31345 |
steekpasser |
ajusteurspasser:
ašǝtø̄rspasǝr (K317p Leopoldsburg),
beenpasser:
bēnpɛsǝr (P219p Jeuk),
bodempasser:
bǫjǝmpasǝr (L164p Gennep),
boogpasser:
boogpasser (K317p Leopoldsburg),
gewone passer:
gǝwunǝ pɛstǝr (P176b Bevingen),
gǝwuwǝnǝ pasǝr (K353p Tessenderlo),
gǝwø̜nǝ pasǝr (Q116p Simpelveld),
gǝwūnǝ pɛsǝr (L423p Stokkem),
kuiperspasser:
kȳpǝrspɛsǝr (Q095p Maastricht),
losse passer:
lǫsǝ pɛsǝr (L423p Stokkem),
meetpasser:
mē̜tpasǝr (L271p Venlo),
passer:
passer (Q156p Borgloon, ...
L421p Dilsen,
K317p Leopoldsburg),
pasǝr (L164p Gennep, ...
Q018p Geulle,
L328p Heel,
L330p Herten
[(nu: vroeger gebruikte men pɛsǝr)]
,
L246p Horst,
Q204a Mechelen,
L216a Oostrum,
L163p Ottersum,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L270p Tegelen,
K353p Tessenderlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
Q005p Zutendaal),
pásǝr (P047p Loksbergen),
pęs(t)ǝr (L328p Heel),
pęsǝr (Q088p Lanaken),
pɛstǝr (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
Q162p Tongeren),
pɛsǝr (Q083p Bilzen, ...
Q083p Bilzen,
L269p Blerick,
Q027p Doenrade,
L320a Ell,
Q019b Groot Genhout,
Q002p Hasselt,
L291p Helden,
L330p Herten,
Q111p Klimmen,
Q074p Kortessem
[(de kuiper gebruikte een grote en kleine)]
,
L267p Maasbree,
Q095p Maastricht,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
L290p Panningen,
L329p Roermond,
L192a Siebengewald,
Q015p Stein,
L270p Tegelen),
passer met veer:
pasǝr met ˲vē̜r (L271p Venlo),
puntpasser:
pøntjpɛsǝr (L330p Herten),
rechte passer:
rɛxtǝ pɛsǝr (L434p Limbricht, ...
L294p Neer),
spitscirkel:
špetstserkǝl (Q121b Spekholzerheide),
spitspasser:
špetspɛsǝr (L331p Swalmen),
steekpasser:
steekpasser (K317p Leopoldsburg),
stēkpasǝr (Q018p Geulle),
stēkpɛsǝr (Q095p Maastricht),
stē̜kpasǝr (L426p Buchten, ...
L382p Montfort,
L266p Sevenum,
L271p Venlo),
stē̜kpɛsǝr (L381p Echt, ...
Q015p Stein),
štēkpɛsǝr (Q099q Rothem, ...
Q098p Schimmert),
štēǝkpasǝr (Q119p Eygelshoven),
štē̜kpasǝr (L299p Reuver, ...
L329p Roermond,
L270p Tegelen),
štē̜kpɛsǝr (L330p Herten, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q204a Mechelen,
L385p Sint Odilienberg,
L270p Tegelen),
štē̜xpasǝr (Q121c Bleijerheide, ...
Q121p Kerkrade),
veerpasser:
vē̜rpasǝr (L328p Heel),
voegpasser:
vuxpasǝr (Q018p Geulle)
|
Werktuig met twee door een scharnier of veer verbonden benen, waarmee cirkels en bogen kunnen worden getekend en kleine afstanden kunnen worden opgemeten en uitgezet. De steekpasser wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De kuiper tekent er bijvoorbeeld de bodems voor vaten mee af en de wagenmaker de maten voor de wielnaven. Zie ook afb. 107 en het lemma ɛsteekpasserɛ in Wld II.11, pag. 58.' [N 50, 23a; N 53, 193a; N E, 40b; N G, 16b; monogr.] || Werktuig voor het uitzetten van maten en voor het trekken van cirkelbogen. Het bestaat uit twee rechte benen met scherpe punten die aan de bovenzijde met een scharnier verbonden zijn. Zie ook afb. 79. [N 33, 252a-b; N 33, 252k; N 66, 1b]
II-11, II-12
|