26463 |
steenbus |
blok:
blǫk (Q077p Hoeselt),
buis:
bø̜.js (Q162p Tongeren),
bø̜js (Q071p Diepenbeek),
bus:
bes (Q083p Bilzen, ...
P057p Kuringen,
L415p Opoeteren),
bus (L163p Ottersum, ...
L355p Peer,
L313p Sint Huibrechts Lille),
by.s (Q241p Rutten),
bys (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q072p Beverst,
P055p Kermt,
P056p Stokrooie),
bøs (P120p Alken, ...
P184p Groot-Gelmen,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P050p Herk-de-Stad,
Q077p Hoeselt,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
L265p Meijel,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
P058p Stevoort,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven),
bø̜s (L372a Aldeneik, ...
P120p Alken,
L417p As,
L360p Bree,
L430p Einighausen,
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
L372p Maaseik,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
L292a Maxet,
L321p Neeritter,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L288a Ospel,
Q099q Rothem,
L318p Stramproy,
L432p Susteren,
L374p Thorn,
Q162p Tongeren,
L361p Tongerlo,
L289p Weert),
dom:
dǫm (Q240p Lauw),
hals:
hals (Q071p Diepenbeek, ...
Q075p Vliermaalroot),
houten kussen:
ǭtǝ kø̜sǝ (P176p Sint-Truiden),
houteren spilgat:
hǭtǝrǝ spilgāt (L316p Kaulille),
koning van de steen:
kǭneŋ van dǝ stēǝn (Q077p Hoeselt),
kroon:
krun (P058p Stevoort),
pot:
pǫt (L321a Ittervoort, ...
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren),
smeerbus:
smīǝ.rbø̜s (L368p Neeroeteren),
spanner:
spanǝr (Q181p Sluizen),
steenbos:
štęjnbo.s (L330p Herten),
steenbus:
steenbus (L327p Beegden, ...
L300p Beesel,
L164p Gennep,
L288p Nederweert),
stijnbøs (L246p Horst, ...
L288b Laar),
stęjnbø̜s (L320a Ell),
stęǝnbøs (L211p Leunen),
vast stuk:
va.s stø̜k (P195p Gutschoven, ...
P188p Hoepertingen),
vetpot:
vętpǫt (L416p Opglabbeek)
|
De van hout of metaal vervaardigde bus in het midden van de ligger waarin de hals van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) draait. In de zeskantige bussen bevinden zich drie houten of metalen noten die met spieën bijgespied kunnen worden. Bovendien hebben zij drie vetgaten die met stukken zak en vet worden volgestopt teneinde de hals te smeren. Zie ook afb. 78. De bus was in l 362 vervaardigd uit hout van appelbomen. [N O, 16e; Vds 119; Jan 129; Coe 105; Grof 125; A 42A, 23; N O, 16c; N D, 20]
II-3
|