id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
25915 | strooplepel | kruidlepel: krūtlɛpǝl (Baarlo), lepel: lǝpę̄l (Tenessen), pan: pan (Aubel), pán (Montzen), schuppan: sxøppan (Wellen), sirooppan: šruppan (Nuth), siroopspan: šrupspan (Sint-Pieters-Voeren), strooppan: štrǫappan (Schinnen), zijpnatslepel: zīpnātslę̄pǝl (Posterholt) | De grote koperen lepel waarmee de stroop uit de ketel wordt geschept. Zie afb. 26. [N 57, 30a] II-2 |