e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
taart britskoek: Syst. WBD De oude benaming is britskook = eierdeeg zonder opmaak  britskook (Panningen), crmekoek: kremekaok (Mechelen), krèmkook (Gronsveld), crmetaart: krèmtoert (Maastricht), oudst.  krēͅmtārt (Maaseik), dorye (wa.): dòrrèi (Tongeren), gateau (fr.): gato. (Meeuwen), Syst. Frings  gatoͅu̯ (Melveren), gteau (fr.): gateau (Beringen, ... ), gatow (Sint-Truiden), gatō (Maaseik, ... ), gatto (Mechelen-aan-de-Maas), gattoo (Eksel, ... ), gatô (Zichen-Zussen-Bolder), ga͂to (Val-Meer), getoow (Berbroek), gátō (Houthalen), katóó (Gelinden), ne gattau (Bilzen), (is hoger, andere samenstelling deeg).  gattoo (Oost-Maarland), (m.).  gatō (Helchteren), (m.). mv.: {gatØs}.  gatō (Lanklaar), (met krenten)  gattoo (Oost-Maarland), Eigen syst.  gattoo (Heerlen), met toelichting van de bereidingswijze  gatau (Heers), gáátóó (Lommel), met toelichting van de bereidingswijze (eieren, suiker, melk, gist0  gateau (Peer), Op ¯t bufèt stoon de plattoos mèt tuurtsjes bäörend vol gelaoje, dao achter nog e paar gattoos  gattoo (Maastricht), Syst. Frings  gatou̯ (Halen), gatō (Beringen, ... ), gatoͅu̯ (Sint-Truiden), gatø̄ (Hasselt), gətō (Achel, ... ), gətø. (Hasselt), Syst. Frings (?)  gatō (Kinrooi), Syst. Frings g\\tØ: is zeer mals, rond gebak dat in de dikte wordt doorgesneden, waarbij men een laag roomboter ertussenin voegt; bovenop zijn er versieringen in boter.  gətō (Peer), Syst. Frings mnl.  gatō (Bree, ... ), Syst. Grootaers  gato (Lommel), Syst. IPA  gatō (Paal), gátō (Kwaadmechelen), Syst. Veldeke  gattoo (Kinrooi), Syst. Wbk. van Bree  gato (Bree), gteau-tje: gátōkə (Ketsingen), koek: kook (Gronsveld, ... ), kóch (Bleijerheide, ... ), ne koek (Bilzen), (voor toeët zie onder 97).  kook (Heerlen), In dialect noemt men taart wat in nr. 97 staat. Het woord taart van het A.B. noemt men hier kook.  kook (Oirsbeek), Syst. Veldeke  kook (Kinrooi), Syst. WBD  kook (Mechelen, ... ), kōr (Kerkrade), Verklw. keuksjke  kook (Heerlen), pensenterger: penseterger (Ell), taart: taa-rt (Roermond), taa:rt (Puth), taart (Afferden, ... ), taat (Rimburg, ... ), tāārt (Horst, ... ), tārt (Rotem, ... ), toart (Heijen, ... ), toe-et (Vijlen), toe.rt (Margraten), toe:et (Eygelshoven), toert (Amby, ... ), toet (Heerlen, ... ), toeërt (Gulpen), toeët (Bleijerheide, ... ), toirt (Klimmen), toort (Heek, ... ), toért (Gronsveld), tōē.t (Waubach), tōērt (Heer), turt (Borgloon, ... ), tuərt (Borgloon), tūrt (Smeermaas), ’n toert (Bilzen), #NAME?  taart (Susteren), (plat als vla, maar ander deeg).  toert (Oost-Maarland), (taart is een betere soort vlaaj).  taart (Obbicht), Dim. taertje  taart (Sittard), E stökske toert Toerten en vlaoje op zèllevere plattoos  toert (Maastricht), Eigen phonetische  toert (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  taart (Berg-aan-de-Maas), Eigen syst.  tōēët (Heerlen), Nao de flaaj krege-ver taart en der ware ouch nog taertjes (gebakjes)  taart (Roermond), Nieuwe [spelling]  taart (Reuver), nu gebruikt  taart (Echt/Gebroek), schj=ch van chocolade  toert (Heerlerheide), Syst. Eijkman  tārt (Gennep), Syst. Eykman  tārt (America), Syst. Frings  tārt (Hamont), tut (Sint-Truiden), tūət (Gingelom), tū̞ət (Gingelom), Syst. Frings tÅrt: wordt niet doorgesneden in de dikte, terwijl bovenop twee tot drie sorrten bedekkingen zijn aangebracht. Het deeg is doorgaans harder dan dat van de gateau.  tārt (Peer), Syst. Frings Vgl. vr. 96  tou̯ərt (Hasselt), Syst. Veldeke  taart (Roermond, ... ), Syst. WBD  taa.rt (Boukoul, ... ), taart (Baarlo, ... ), toort (Neerbeek), Syst. WBD Auw taart = oude dame.  taart (Geleen), Toeët wordt veel verward met vla. Toeët is gebakken van linzendeeg. Deze wordt verdeeld in ruiten. Kinderen zijn meestal gek op die puntjes, die bijna alleen uit korst bestaan.  toeët (Ubachsberg), Verklw. taertje  taart (Venlo) fijn gebak dat de huismoeders vooral ter gelegenheid van de kermis klaarmaken [ZND 48 (1954)] || gateau || gebak als lekkernij, als lekker nagerecht || mokkataart || roomtaart || speciale soort koek met slagroom, fruit enz. || taart [N 16 (1962)], [SGV (1914)] || taart (bep. -) || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3