e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tack oppinsemencetje: uppensǝmãnskǝ (Tessenderlo), semence: sǝmãnsǝ (Tessenderlo), sǝmãs (Montzen), sǝmǭnzǝ (Diepenbeek), sǝmǭsǝ (Eigenbilzen), sǝmɛnsǝ (Diepenbeek), semencetje: sǝmānskǝ (Tessenderlo), sǝmǭskǝ (Bilzen), steeknageltje: stę̄knę̄gǝlkǝ (Bilzen), tack: tɛk (Lommel, ... ), (mv)  taksǝ (Geulle), tę̄ks (Maasbree), tɛks (Bleijerheide, ... ), tɛksǝ (Maasbree), tacksje: tɛtskǝ (Genk) Het kleine, puntige, kantige taaie spijkertje met betrekkelijk grote kop, dat onder andere gebruikt wordt om het bovenleer voorlopig op de zool vast te maken, totdat die met pekdraad geregen is. Tacks zijn er in diverse maten. Volgens de informant van K 353 zijn semences heel kleine, scherpe, vierkantige spijkertjes met of zonder kop. Tack is een Engelse benaming. Het meervoud tacks wordt door de schoenmaker wel eens als een enkelvoud ge√Ønterpreteerd. Vandaar dat er meervoudsvormen voorkomen als taksǝ en tksǝ. De tacks van verschillende lengten en ook wel andere spijkertjes zoals steekstiften, rivets en haknagels, worden in een speciale, draaibare tacksenbak bewaard. Deze komt men bij veel schoenmakers tegen. Zie afb. 15. [N 60, 202b; N 60, 202c; N 60, 101; N 60, 201a; N 60, 235; N 60, 235a] II-10