30117 |
timpaan |
achterrabat:
axtǝrrǝbát (L364p Meeuwen),
blind muurwerk:
bleŋk m ̇ūrwerǝk (Q121c Bleijerheide),
boogveld:
bǭx˲vɛlt (Q013p Uikhoven),
boogvulling:
boogvulling (L265p Meijel),
bǭx˲vø̜leŋ (L432p Susteren),
leest:
lēs (Q121p Kerkrade),
lēǝs (Q202p Eys),
metselwerk:
metselwerk (Q098p Schimmert),
metswerk:
mɛtswęrǝk (L414p Houthalen),
nis:
nes (K278p Lommel),
opvullagen:
ǫp˲vø̜llǭgǝ (L270p Tegelen),
opvulmetselwerk:
op˲vølmętsǝlwęrǝk (Q113p Heerlen),
paneel:
pǝnel (Q194p Rijckholt),
porring:
pǫreŋ (Q111p Klimmen),
precisiewerk:
prǝsisiwerǝk (L382p Montfort),
raamplaats:
rǭmplǭts (Q095a Oud-Caberg),
raamsegment:
rāmsęxmɛntj (L330p Herten),
raamvlechting:
rāmvlęxteŋ (L210p Venray),
raamvulling:
rāmvø̜leŋ (L289p Weert),
timpaan:
temfans (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
tempan, tejmpan (Q113p Heerlen),
tussenmetswerk:
tø̜sǝmɛtswɛrǝk (P176p Sint-Truiden),
tęsǝmɛtswɛrǝk (L364p Meeuwen),
vlak metselwerk:
vlák mɛtsǝlwɛrǝk (L316a Lozen),
vlechtwerk:
vlęxtwęrǝk (L320a Ell),
vulstuk:
vø̜lstø̜k (L321p Neeritter),
vulwerk:
vø̜lwęrǝk (L289p Weert)
|
De ruimte tussen de bovendorpel van het kozijn van een raam of deur en de daarboven zich welvende boog. Wanneer boven een raam of deur met rechte bovendorpel een segment-, rond- of ellipsboog is geslagen, wordt het boogschild, d. i. de ruimte, die door de boog ingesloten wordt, niet alleen gevuld, maar veelal ook versierd. Bij vlak werk in metselwerk bestaat de boogvulling gewoonlijk uit enige lagen steen, hetzij zonder enige versiering, hetzij door het aanbrengen van gekleurde stenen enigszins gefigureerd. (Zwiers I, pag. 159). [N 32, 16b; monogr.]
II-9
|