e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
trekhaak bandtrekker: bānttrɛkǝr (Tessenderlo), haak: (h)uǝk (Bilzen), haal: hiǝl (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II] [Wilhelmina]), helphaak: hø̜.lǝphōk (Riemst), karhaak: kārhǭk (Vroenhoven), kɛ̄rhǫk (Heers), klauw: klō (Loksbergen), kramp: kramp (Maastricht  [(mv krɛm)]  ), krampijzer: kramp˱īzǝr (Rothem), stelthaak: stɛ.lthōk (Riemst), tang: taŋ (Zutendaal), trekhaak: trekhǭk (Montfort), tre̜khǭk (Heijen, ... ), trękhōk (Riemst), trɛkhǭk (Zutendaal), (mv)  trękhø̄.k (Borgloon), trekijzer: tre̜k˱īzǝr (Helden, ... ), trekker: tre̜kǝr (Bevingen, ... ), trektang: tre̜ktaŋ (Klimmen), tre̜ktsaŋ (Kerkrade, ... ) Haak in de berries waaraan de strengen bevestigd worden wanneer deze strengen geen gebogen ijzer hebben. [N 17, 25a; JG 1b] || Soort van tang die wordt gebruikt bij het aanbrengen van de verhitte wielband rond de velg van een karwiel. De trekhaak bestaat doorgaans uit een metalen staaf van ongeveer 2 meter lengte waarvan één uiteinde plat is uitgesmeed en een weinig is omgebogen. Boven het gebogen uiteinde is een beweegbare haak aangebracht. Zie ook afb. 213. Bij het aanbrengen van de wielband wordt het gebogen uiteinde van de haak tegen de velg geplaatst, waarna de wielband met behulp van de haak rond het wiel getrokken wordt. [N 33, 277] || Trekhaak aan de staaldraad van een lier. [monogr.] I-13, II-11, II-5