e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tweede luiden voor de mis alle klokken luiden: alle klokke loewe (Schinnen), alle klokken louwen (Peer), bompen: bompe (Vlodrop), de grote klok luiden: de groete klok louwt (Maastricht), de halfuur luiden: ui van oeuil  de half oeer luit (Sint-Lambrechts-Herk), de klokken luiden: de klokke loeë (Chèvremont), de tweede keer luiden: den twieden keer (Helchteren), het lujt den tweede keer (Eigenbilzen), looit den tweede ker (Bilzen), of de twiede kier (Jeuk), tløͅt dən twedə kīər (Sint-Truiden), tweede kir luien (Jeuk), twiede kier louwt (Hechtel), ⁄t is de twêdde keer (Lommel), het halfuur luiden: half uur luiden (Alken), het half oer (Sint-Lambrechts-Herk), het halfuur slaan: het half ure sluug (Sint-Lambrechts-Herk), het kwartier bompen: kwartier bompe (Vlodrop), het kwartier luiden: et ketier hit gelouwd (Eksel), et ketier louwen (Eksel), het kertir ləd (Sint-Truiden), het kertir lɛd (Sint-Truiden), hət lyt ⁄t kwartīr (Hamont), kertier (Sint-Truiden), t kətīr loͅuən (Tessenderlo), ət katīr løət (Beverlo), ət ərtir luit (Sint-Truiden), ⁄t kartier luit (Hoepertingen), ⁄t katier (Beringen), ⁄t ketier (Zolder), ⁄t ketier luidt (Lommel), ⁄t kwartier (Tessenderlo), ⁄t kwartiër laaidt (Paal), ⁄t kətir luit (Zolder), het kwartier slaan: ⁄t kwarteer slut (Kaulille), inluiden: eengeleud (Herstappe), eenleujen (Vlijtingen), einluien (Kortessem), einluije veur de mes (Hoepertingen, ... ), enluije (Zichen-Zussen-Bolder), et leut-ë (Zichen-Zussen-Bolder), het looit in (Grote-Spouwen), ingeluid (Kortessem), inluie (Jeuk), inluien (Hoepertingen), thɛt eingəluət (Broekom), t⁄es ingelund (Linkhout), yənluejə (Gutshoven), éenlòijə (Membruggen), énlaaje (Tongeren), ət lət ɛin (Heers), ⁄t leut ein (Heers), ⁄t lēt in (Tongeren), half uur voor mis  ènluie (Wellen), het luid in  het leut een (Sint-Lambrechts-Herk), inluien voor tweede keer  inluien (Nieuwerkerken), steeds met 2 klokken  einluije veur de mès (Hoepertingen, ... ), kleppen: et klept (Venray), het klept (Venray), kleppe (Venray), klippe (Vijlen), klipə (Vaals), klɛppən (Genk), klɛpən (Overpelt), Fr. e klank  ⁄t klept (Moelingen), het kwartier luiden met de angelusklok  et klept (Oirlo), klimpen: et klimp (Reuver), et klimpt (Maasbree, ... ), klimpe (Baarlo, ... ), een kwartier voor  klimpe (Nieuwenhagen), kwartier luiden: kwartier luuje (Siebengewald), kwartier voor de mis: kwarteer veur de mes (Baarlo), luiden: de mis luuje (Sevenum), het lōjt (Maaseik), het luidt (Beringen), het luit (Zutendaal), lajə (Paal), lauwən (Eksel), lēən (Hasselt), loeien (Bocholt), loeije (Bocholt, ... ), loeje (Geistingen, ... ), loewe (Noorbeek), loeë (Schimmert), loije (Heugem), lowe (Weert), luje (Baarlo), lujə (Rekem), lujən (Neerpelt), luuje (Sevenum, ... ), lūjə (Lozen), ly(3)jən (Overpelt), løͅən (Beringen), trūməløjə (Veulen), ⁄t kərtīr løͅə (Kortessem), [sic]; half uur  luigə (Heers), met twee klokken luiden: met twiee klokke loeje (Heel), opluiden: het lait op (Bilzen), opgelooid (Bilzen), t laut op (Eigenbilzen), ⁄t laud op (Eigenbilzen), ⁄t luid op (Mopertingen), kwartier  het leuit op (Eigenbilzen), kwartier ervoor  het let ap (Beverst), pimpen: pimpe (Merselo), samen luiden: het loet same (Geulle, ... ), same loewe (Gulpen, ... ), same lōēə (Lutterade), sameloeje (Maastricht), sameloewe (Ell, ... ), schellen: sjelle (Guttecoven, ... ), sjelt (Holtum), sjèlle (Epen, ... ), sjɛlə (Montzen), slaan: het slaegt (Tessenderlo), ⁄t sleu al (Lommel), ⁄t slo:gt (Tessenderlo), ⁄t slucht (Beringen), tampen: het tampt (Diepenbeek, ... ), het teemp (Lanaken), hət tēmp (Lanaken), tampe (Sint-Truiden), tampe (t kərtier) (Ulbeek), tampen (Herk-de-Stad, ... ), tampə (Gutshoven, ... ), tāmpə (Veulen), teempe (Lanaken), teumpe (Veldwezelt), tompə (Zichen-Zussen-Bolder), ⁄t es getampt (Groot-Gelmen), ⁄t tampt (Heers, ... ), ⁄t tamt (Diepenbeek), ⁄tampt (Diepenbeek), als men aan het kleine klokje trekt een kwartier voor de mis  het tamt (Berbroek), in de week  tampen (Horpmaal), kwartier  tampə (Heers), vijf minuten voor de mis  tāmpe (Wellen), Waarschijnlijk horen deze gegevens bij P 176 maar dit is niet zeker, er staat geen plaatscode op de lijst zelf.  tampə (Sint-Truiden), tesamen luiden: te zame loewe (Eys), tinken: het tenkt (Stokrooie), het tinkt (Kwaadmechelen), te[n}ken (Zonhoven), tenke (Houthalen), tenken (Kuringen), teͅnkə (Houthalen), ət tɛŋt før ə məs (Zonhoven), ’t tinkt (Kwaadmechelen), ⁄t tenkt vijf meneten (Lummen), kleine klok  het tenkt (Houthalen), trekken: treͅkə (Beverlo), ⁄t trek en (Riksingen), ⁄t trekt (Beverlo), trimmelen: vijf minuten voor de mis  trimmele (Mettekoven), trommelluiden: tr(oe)məl(eu)jə (Gutshoven), zondag  troemelluien (Horpmaal), trumpen: et trumjt (Ospel), et trumptj eine kier (Roggel), het trimpt (Neeroeteren, ... ), het trumpt (Bocholt, ... ), hət trēmt vør də mäs (Hamont), hət trump vørə meͅs (Molenbeersel), t trumpe (Schinnen), t trumpt (Maaseik, ... ), t trŭmpt (Schimmert), tr"mpə (Lanklaar), trempə (Lozen), treumpe (Montfort), trĕmpə (Bree), trimpe (Ellikom), trimpen (Meeuwen, ... ), trimpt (Reppel), trimpə (Opitter), trumpe (Beek, ... ), trumpen (Linne, ... ), trumpj (Linne), trūmpe (Boorsem, ... ), trŭmpe (Urmond), trømpə (Kinrooi, ... ), trømpən (Leut, ... ), tsrumpen (Kaulille), ət trømpt (Mechelen-aan-de-Maas), ⁄t tremt (Opglabbeek), ⁄t trump (Eisden), ⁄t trumpjt (Molenbeersel), ⁄t trumpt (Maaseik, ... ), 10 minuten ervoor  ’t trumptj veurə mes (Ophoven), 2 keer luiden  trimpe (Opitter), gewonde luiden is loeien (het loedsch)  het trumpt (Bocholt), het klept  ət tromp (Rekem), kwartier  het trimpt (Neeroeteren), trumpen (Uikhoven), kwartier voor aanvang, alleen met klepel  trømpə (Opgrimbie), om het kwartier aan te duiden  trumpe (Stokkem), vijf minuten voor aanvang  t trumpe (Schinnen, ... ), tumpen: t tumpe (Klimmen), timpe (Noorbeek, ... ), tumpe (Klimmen, ... ), ’t töm veur de mes (Valkenburg), 5 minuten  ’t teemp (Lanaken), kwartier  tumpe (Klimmen), op het kwartier  timpe (Sint-Martens-Voeren), tweede luiden: et tweede loeje (Roermond), et twiede luuje (Tegelen), voor de laatste keer luiden: t loed veur de lètste keèr (Geleen), voor de tweede keer luiden: et leodj vaor de twieedje kieer (Heel), het let veur de tweede keer (Millen), het lout verden tweeiden kier (Kaulille), het lut vor den tweeden kier (Kwaadmechelen), vər de twide ker (Hoepertingen), ⁄t het før də twidə kār gəlayt (Borgloon), ⁄t leud vor den twidde kir (Montenaken), ⁄t loeit vur den twedde kier (Hamont), ⁄t looit vor den tweede keer (Rijkhoven), ⁄t luidt veur de tweede keer (Tongeren), voor de tweede keer tinken: twiede keer (Zonhoven), twījədə kīr (Zonhoven), voor de tweede keer trumpen: et trumptj vur de twiedje kier (Roggel), voor tweede keer luiden: twede kier (Hechtel), twidde kier (Hechtel) De klok luiden vóór de aanvang van de doordeweekse mis(sen). [N 96A (1989)] || De klok luiden. [ZND 30 (1939)] || Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)] || Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] || Het luidt voor de mis. [ZND 30 (1939)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] || Kleppen (de 2 maal luiden voor de H. mis). [ZND B2 (1940sq)] || Luiden [luuje, lujje, loewe?]. [N 96A (1989)] || Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de eerste maal hoort? [ZND 36 (1941)] || Veelal wordt de kerkklok tweemaal gehoord voor men naar de mis gaat; hoe zegt men wanneer men ze voor de tweede maal hoort? [ZND 36 (1941)] III-3-3