id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29501 | uitdraaien | uitdraaien: yt˱drɛ̄jǝ (Ottersum) | Van de recht op de draaischijf staande voorwerpen onder langzaam draaien de wanden verdunnen. Het uitdraaien wordt vooral gedaan bij zeer brede stukken die niet goed op het been kunnen worden gehouden. Zie ook het lemma ɛuitschavenɛ Het betreft daar dezelfde handeling die dan echter op het been wordt uitgevoerd.' [N 49, 33c] II-8 |