30675 |
verguldkussen |
goudkussen:
gōtkøsǝ (Q113p Heerlen, ...
P219p Jeuk),
gǫltjkøsǝ (L330p Herten),
gǫwtkøsǝ (L265p Meijel),
gǫwtkø̜sǝ (L426p Buchten, ...
L328p Heel,
Q111p Klimmen,
L267p Maasbree,
Q032p Schinnen),
gǭltkøsǝ (L163p Ottersum),
gǭtkø̜sǝ (Q203p Gulpen),
jōtkøsǝ (Q121p Kerkrade),
verguldselkussen:
vǝrgø̜lsǝlkø̜sǝ (Q111p Klimmen)
|
Kussen dat men bij het vergulden gebruikt. Het bestaat doorgaans uit een rechthoekig plankje dat met kalfsleer is overtrokken en is opgevuld met paardehaar. Aan de achterzijde is een perkamenten kap aangebracht, die in opgevouwen toestand het kussen tegen vuilworden beschermt, en die, opgezet, verhindert, dat de blaadjes bladgoud, die op het kussen worden gesneden, wegwaaien. [N 67, 55b]
II-9
|