20726 |
vet |
dunne olie:
dønǝn ōli (L318p Stramproy),
smout:
smǭt (L318p Stramproy),
staubervet:
štawbǝrvet (Q255p Kelmis),
vet:
vęt (L163p Ottersum, ...
L270p Tegelen),
vɛt (L164p Gennep),
Syst. Grootaers
vɛt (K278p Lommel)
|
Dik, geel vet dat gebruikt werd bij het inelkaarschroeven van luchtleidingen. Het verhinderde het roesten van de schroefdraad. [monogr.] || Gezegd van klei die een vrij hoge mate van plasticiteit vertoont en zich derhalve goed laat kneden. [N 49, 12a] || Vet of raapolie waarmee men het kettinggaren glijdend maakt. Volgens de informant van L 318 wordt dunne olie bij grof doek gebruikt. [N 39, 95b] || Wat verstaat u onder: brui (groente, kool of vleesnat?) Uitspraak a.u.b. [N 16 (1962)]
II-4, II-7, II-8, III-2-3
|