26456 |
voorbijligging |
achterligging:
ā.xtǝrlegeŋ (Q095p Maastricht),
voorbij:
vǝrbī. (L360p Bree, ...
L372p Maaseik),
voorbijligging:
vǝrbi.legeŋ (Q095p Maastricht),
vǝrbīlegeŋ (L372a Aldeneik),
vǝrbɛ̄legeŋ (Q240p Lauw)
|
Wanneer een gebogen kerf aan de buitenkant van de steen 8 tot 10 cm voorbij haar beginpunt aan het kropgat ligt, noemt men dit verschil de voorbijligging. De voorbijligging wordt gemeten met een mal, een houten plank met de kromming van de kerf en aan het uiteinde enkele gaten. Een van die gaten plaatst men in het midden van de steen om hem in panden te verdelen of om te zien of de voorbijligging nog juist is. [Jan 211; Coe 182]
II-3
|