26395 |
watergoot bij onderslagmolens |
goot:
gōt (P057p Kuringen),
kanaal:
kanāl (Q240p Lauw),
kǝnǭ.l (Q240p Lauw),
kandel/kanjel:
kā.njǝl (L372p Maaseik, ...
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
kā.nǝl (L360p Bree, ...
L416p Opglabbeek),
kǫenžǝl (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q077p Hoeselt),
kǫenǝl (P056p Stokrooie),
kǫjl (Q071p Diepenbeek),
kǫjngǝl (P050p Herk-de-Stad),
kǫjnžǝl (Q083p Bilzen),
kǫjnǝl (Q071p Diepenbeek, ...
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
P058p Stevoort,
Q075p Vliermaalroot),
kǫlǝm (P053p Berbroek),
kǫnžǝl (Q180p Mal, ...
Q162p Tongeren),
kǫŋdžǝl (Q077p Hoeselt),
kǫŋǝl (P187p Berlingen, ...
P188p Hoepertingen,
Q078p Wellen),
kǭ.nžǝl (Q181p Sluizen),
kǭŋǝl (P187p Berlingen, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
kift:
keft (L371p Ophoven),
maalgoot:
mālgø̄.t (Q095p Maastricht),
maalkandel/-kanjel:
mǭǝlkǫjŋǝl (P051p Lummen),
molenschip:
mø̄lǝsxēp (P051p Lummen),
schietzolder:
šit˲zǫlǝr (Q077p Hoeselt),
voet:
vuǝt (P195p Gutschoven),
waterkanaal:
wǫtǝrkǝnǭ.l (Q241p Rutten),
waterzolder:
wɛtǝrzǫlǝr (P053p Berbroek)
|
De komvormige houten constructie waar het molenrad van onderslagmolens in draait, bestaande uit een bak met zijwanden die even breed als het rad en gedeeltelijk gerond is. Daardoor wordt de kracht van het water optimaal gebruikt. Bij veel molens werd de houten constructie in de loop van jaren vervangen door een betonnen gang. Zie ook afb. 71. [Vds 61; Jan 62; Coe 54; Grof 78]
II-3
|