id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
29185 | weeflade | lade: lāj (Stramproy) | Een raam dat gemaakt is uit vier stukken hout. Het grootste stuk ligt waterpas en is iets langer dan de breedte van het getouw. Daarop zijn twee andere stukken loodrecht bevestigd en hiertussen bevindt zich de vierde plank (De Moor, pag. 91-92). In de lade is het riet bevestigd en wanneer de wever nu de la naar zich toehaalt en van zich afduwt, slaat hij met het riet de ingeweven inslagdraden aan. Zie afb. 60. [N 39, 44a] II-7 |