e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
werkjasje (van) turks leer: tø̜rǝks lē̜r (Heerlen, ... ), blouse: blus (Berverlo), blūs (Koersel, ... ), boezeroen: buzǝrun (Tegelen), coutillen jas: kǫtelǝ jas (Bevingen), floeren gilet-tje: flūǝrǝ žǝlēʔǝn (Lommel  [(meestal in fluweel)]  ), gilet: žilē (Lummen), jasje: jɛskǝ (Belfeld, ... ), kamizool: kamǝzōl (Tessenderlo), katoenen jasje: katānǝ jaskǝ (Sint-Truiden), kiel: kitǝl (Kerkrade), kēgǝl (Bree, ... ), kējǝl (Lommel), kēl (Achel, ... ), kīl (Wellen), kieltje: kelkǝ (Helden, ... ), kilkǝ (Kleine-Brogel, ... ), kiltjǝ (Rumpen), kēlkǝ (Beek, ... ), kēlšǝ (Bleijerheide), kęlʔǝ (Tessenderlo), kɛlkǝ (Diepenbeek), metserkiel: mɛtsǝrkīl (Opglabbeek), metsrokje: mɛtsrøkskǝ (Mal), murerkiel: mȳrǝrkēl (Kerkrade), pitje: petjǝ (Sint-Truiden), pitšǝ (Alken), pleisterkiel: plęjstǝrkēl (Obbicht), stob: štup (Eijsden  [(diminutief: štypkǝ)]  ), stub: štyp (Bleijerheide, ... ), stubjas: stępjas (Bilzen), stubpit: stęppet (Bilzen), werkjas: werǝkjas (Jabeek), węrǝkjas (Maastricht), werkjasje: werǝkjɛskǝ (Waubach), wø̜rkjɛskǝ (Zonhoven), wē̜rǝkjɛskǝ (Lommel, ... ), werkkiel: werǝkkēl (Neeritter), werǝkkęjl (Sittard), wɛrǝkkil (Hoeselt), werkpit: wɛrkpet (Bilzen) De kiel die men in L 321 kende, reikte tot even over de heupen, was hoog gesloten en had een klein, staand boordje en twee opgestikte zakken. Het jasje was vervaardigd van lichtbruine 'pilo' ('pi`lo'), een stof die volgens de zegsman gauw vaal werd. [N 30, 5b; monogr.] || Jasje, vaak van blauw linnen of katoen, dat de timmerman als bescherming over zijn kleding aantrekt. [N 55, 183a-b] II-12, II-9