28816 |
wol |
wol:
wol (L282p Achel, ...
Q121c Bleijerheide,
L317p Bocholt,
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
Q086p Eigenbilzen,
Q007p Eisden,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
Q113p Heerlen,
P197p Heers,
P188p Hoepertingen,
L414p Houthalen,
P219p Jeuk,
Q121p Kerkrade,
L298a Kesseleik,
Q088p Lanaken,
Q016p Lutterade,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
L312p Neerpelt,
Q197p Noorbeek,
L416p Opglabbeek,
L163p Ottersum,
L299p Reuver,
Q099q Rothem,
K353p Tessenderlo,
Q162p Tongeren,
P196p Veulen,
L289p Weert,
K361p Zolder),
wøl (Q016p Lutterade),
wø̜l (Q027p Doenrade, ...
Q101p Valkenburg),
wōl (L265p Meijel),
wǫl (K318p Berverlo, ...
Q083p Bilzen,
L353p Eksel,
L413p Helchteren,
P050p Herk-de-Stad,
P188p Hoepertingen,
L414p Houthalen,
K359p Koersel,
K314p Kwaadmechelen,
L422p Lanklaar,
P047p Loksbergen,
L316a Lozen,
L372p Maaseik,
Q009p Maasmechelen,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
Q162p Tongeren,
L318b Tungelroy,
Q168p ɛ'S-Herenelderen),
wollen goed:
wǫlǝ gōt (Q009p Maasmechelen),
wollen stof:
wollen stof (P052p Schulen, ...
Q015p Stein),
wolǝ stōf (Q011p Boorsem),
wølǝ štuf (Q098p Schimmert),
wǫlǝ stǫf (Q083p Bilzen, ...
L428p Born,
L265p Meijel)
|
Dierlijke spinvezel, afkomstig van de huidbedekking van vooral schapen (wol), koeien, geiten, kamelen enz. (haar) (Bonthond, s.v. ø̄wol of haarø̄). Hoewel de naam wol wordt gebruikt voor het haar van verschillende diersoorten, wordt, wanneer men van wol spreekt, meestal de wol van het schaap bedoeld. De waarde hiervan is afhankelijk van verschillende factoren: de fijnheid, de krul, de zacht- en soepelheid, de elasticiteit, de soliditeit, het warmtegevend vermogen enz. (Morand, pag. 58 en 59). [N 62, 75a; N 59, 201; L A1, 226; MW; monogr.]
II-7
|