id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
25459 | worsthoren | horentje: hø̜̄rkǝ (Tegelen), worstehorentje: wōstǝhø̄rtjǝ (Maasbracht), worsthoren: wǫrsthȳrǝ (Opitter), worsthorentje: wǫrshø̜̄rkǝ (Blerick) | Een afgezaagde horen, een trechter of iets dergelijks waarvan het uiteinde in de darm wordt gestoken. Met de duim wordt het kleingemaakte vlees en vet in de darm geduwd. [N 28, 116; N 28, 119] II-1 |