31277 |
zethamer |
chasse:
šars (K353p Tessenderlo),
šas (P176b Bevingen),
šaš (Q086p Eigenbilzen),
drijfhamer:
drī.fhāmǝr (L289p Weert),
drijfijzer:
drī.f˱īzdǝr (L289p Weert),
lijsthamer:
lęj.shāmǝr (Q099q Rothem),
sas:
sas (L330p Herten),
volder:
vøldǝr (L271p Venlo),
vǫldǝr (Q111p Klimmen),
vormhamer:
vǫrǝmhāmǝr (Q108p Wijnandsrade),
zet:
zęt (Q005p Zutendaal),
zetblok:
zęt˱blǫk (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
zethamel:
zęt(h)ǭmǝl (Q083p Bilzen),
zɛthǭmǝl (P219p Jeuk),
zethamer:
zethāmǝr (L382p Montfort),
zęthāmǝr (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen
[(in verschillende uitvoeringen)]
,
L217p Meerlo,
L321p Neeritter,
L216a Oostrum,
L299p Reuver,
L192a Siebengewald,
L432p Susteren,
L271p Venlo,
L213p Well),
zęthǭmǝr (K353p Tessenderlo),
zɛthāmǝr (L165p Heijen, ...
L159a Middelaar),
zɛtshamǝr (Q116p Simpelveld, ...
Q121b Spekholzerheide)
|
Hamer met vierkante kop die de smid gebruikt bij het haaks ombuigen of "scherp innemen" van kanten of uitstekende delen van een smeedstuk. Zie ook afb. 37a-b en het volgende lemma. Volgens de respondent uit L 299 werd de zethamer gebruikt bij het smeden van de ploegkam (plōxkamp) aan de oude Brabantse ploeg. [N 33, 78-79; N 33, 82]
II-11
|