e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ziek krank (du.): kra.ŋk (Stokkem, ... ), kra:ŋk (Vroenhoven), kraank (Amby, ... ), krank (Amby, ... ), kraŋ.k (Rekem), kraŋG (Rekem), kraŋg (Stokkem), kraŋk (Rekem), krāānk (Maastricht), krānk (Eys, ... ), krāŋk (Maastricht), krànk (Rekem), krâ.ŋk (Montzen), krânk (Lanaken), ()  krank (Herten (bij Roermond)), [Paragraaf: leven/gezondheid/ziekte/vermoeidheid].  krank (Boorsem), zeek = hoofdzeer.  krank (Heerlen), ziek: ze.k (Hasselt), zeek (Baarlo, ... ), zeek is (Opitter), zek (Bree, ... ), zeék (Gruitrode), zeêk (Tungelroy), zeək (Genk), zēēk (Bree), zēk (Zutendaal, ... ), zēək (Genk), zĕĕk (Genk), zi:k (Hamont, ... ), ziek (Achel, ... ), zig (Borgloon), zik (Alken, ... ), zièk (Paal), zīēk (Afferden, ... ), zīk (Panningen, ... ), zi̯.i.k (Henri-Chapelle), zi̯k (Sint-Truiden), zuk (Millen, ... ), zyk (Koninksem), zärə zik ! (Tessenderlo), zéék (Gruitrode), zùk (Tessenderlo), zɛk (Borgloon, ... ), Op het hoofd  zeek (Heer), Volgens de informant alleen in ze:kkop = hoofd met huidzeer.  zēk (Maastricht), zöchtig wordt enkel gebruikt in de uitdr. "zik #ch söchtich w@r\\  zik (Sint-Truiden) ziek [SGV (1914)], [ZND 08 (1925)], [ZND 08 (1925)], [ZND 39 (1942)], [ZND 46 (1946)], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m], [ZND m] || ziek: Daar loopt nu die man, die zn dochter (of: wiens dochter) ziek is geweest [ZND 44 (1946)] III-1-2