e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borgloon

Overzicht

Gevonden: 3627

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
andere nachtkleding halsneusdoekje: Halsneusdoekske: Schouderdoek over het nachtkleed.  halsnøͅyzəkskə (Borgloon) nachtkleding: inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] III-1-3
andere oude klaversoorten luzerne: lǝzɛrm (Borgloon) In dit lemma staan de niet in de andere lemmaɛs met behandelde klaversoorten bijeen. Vergelijk de behandeling van het materiaal voor vraag N 14, 82, "oude grassoorten" in aflevering I.3. Enkele soorten kunnen worden geïdentificerd; hopklaver is de Medicago lupulina L.; rolklaver (en rolklee) is de Lotus corniculatus L.; bastaardklee is de Trifolium hybridum L.; honingklee is de Melilotus Miller; luzerne of luzerneklee is de Medicago sativa L. Bij ɛstoppelkleeɛ (L 330): "tegelijk met het graan gezaaide klaver die na het maaien van het graan tussen de stoppels opschiet". Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.; add. uit A 60A, 14] I-5
andijvie andijve: andieve (Borgloon, ... ), andī.və (Borgloon), handieve (Borgloon, ... ) [Goossens 1b (1960)] [ZND 01 (1922)] [ZND 32 (1939)] I-7
angel angel: aŋǝl (Borgloon), áŋǝl (Borgloon) Het verdedigingsmiddel van de bij dat zich aan het achterlijf bevindt. Het is een scherp, hol spiesje, van weerhaakjes voorzien en verbonden met een gifblaasje. Hiermee steken moer en werkbij. De dar mist dit wapen. [N 63, 73a; L 32, 26; JG 1a+1b; monogr.] II-6
angel van bij of wesp angel: angel (Borgloon, ... ) angel [Willems (1885)] || angel, van bij of wesp [ZND 32 (1939)] III-4-2
angelusklok engel des heren: den eengel des heere leujt (Borgloon), də ɛiŋəl dət heirə trik (Borgloon) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] III-3-3
angst schrik: géne schrik heume (Borgloon) (Niet bang zijn), duw maar. [ZND 23 (1937)] III-1-4
anjelier kernoffel: ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007  kernoefel (Borgloon) Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) genoffel: -  kərnuffel (Borgloon) tuinanjer III-2-1
appel, algemeen appel: appel (Borgloon, ... ), apəl (Borgloon, ... ), apɛl (Borgloon) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] [ZND m] I-7