e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q119p plaats=Eygelshoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vespers vesper (lat.): də vɛspər (Eygelshoven) de vespers [RND] III-3-3
vet te mesten stierkalf meststiertje: mɛsštīrkǝ (Eygelshoven) Zie voor de fonetische documentatie van (kalf) het lemma ''kalf'' (3.1.1). [N 3A, 75a] I-11
vetweide vetwei: vɛtwej (Eygelshoven) Speciale, meestal afgemaakte wei waar men koeien laat grazen die niet meer geschikt zijn voor de productie en die als slachtvee bestemd zijn. [N 3A, 77b; N 3A, 77c; N 6, 33b; JG 1a, 1d; L 19B, 2aI; L 32, 45; RND 20; S 43; monogr.] I-8
veulen veulen: vȳǝlǝ (Eygelshoven) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: gəvi.ərt (Eygelshoven) gevierd [RND] III-3-2
vijver vijver: vīvǝr (Eygelshoven), wijer: wejǝr (Eygelshoven) Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8
vinger vinger: vingər (Eygelshoven), viŋər (Eygelshoven) vinger [DC 01 (1931)], [RND] III-1-1
vingerlid gelid: glit (Eygelshoven) (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1
vingers (spotnamen) griffels: griffele (Eygelshoven) vingers (spotbenamingen) [pinke, finkels, fikke, pingels, kluntjesvingers, de 10 geboden] [N 10 (1961)] III-1-1
vis, algemeen vis: ve.š (Eygelshoven) vis III-4-2