e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
winkelhaak winkelhaak: weŋkelhǭk (Rimburg), winkelhouk (Rimburg) Rechthoekige scheur in een kledingstuk. Een mogelijk verklaring van het woordtype vijf (c.q. fünf) geeft het WNT (XXI, pag. 536 s.v. ɛvijfɛ 4): ø̄Wat den vorm heeft van een cijfer ɛvijfɛ. Gewest. in het Zuiden als ben. voor een winkelhaak (scheur), die aan een Romeinse V doet denkenø̄.' [N 59, 192b; N 62, 43b; N 62, 43c; Gi 1.IV, 11; MW; S 44; monogr.] || winkelhaak [SGV (1914)] II-7, III-1-3
winterkoninkje koninkje: keunnikske (Rimburg) winterkoning (9,5 overal bekend; klein beweeglijk bruin bolletje met opstaand wiebelstaartje; maakt bolnest met zijopening; veel jongen; zang leuk liedje, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1
winterwortelen moren: mōrǝ (Rimburg) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wipneus wipneusje: ee wiepnaaske (Rimburg) neus: wipneus [schortneus, boel, boelneus] [N 10 (1961)] III-1-1
wisselvallig weer wisselen: wesullu (Rimburg) nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)] III-4-4
witte kaas, wrongel botermelkspap: bottermilks pap (Rimburg) hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] III-2-3
witte kwikstaart akkerstaartje: akkerstetzke (Rimburg), langstaartje: langstetske (Rimburg) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)] III-4-1
wittebrood weg: wek (Rimburg) wittebrood [SGV (1914)] III-2-3
woensdagx goensdag: e joostig (Rimburg), mittwoch (du.): ps. woord is niet goed leesbaar!  mitwog (Rimburg) dag; woensdag [N 07 (1961)] || Woensdag [SGV (1914)] III-4-4
woest, onachtzaam lopen naar niks omziend lopen: noa nieks umziend loope (Rimburg), woest lopen: weust loope (Rimburg) lopen: woest, onachtzaam lopen [ragge, bollieje] [N 10 (1961)] III-1-2