| 24054 |
bediend worden |
bediend worden:
bediend wèren (L282p Achel)
|
Bediend worden, berecht worden, de laatste sacramenten ontvan-gen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
| 21558 |
bedienen |
bedienen:
bedienen (L282p Achel, ...
L282p Achel),
iemet bedienen (L282p Achel)
|
Hoe heet: iemand van de laatste Sacramenten voorzien? [ZND 32 (1939)] || Iemand bedienen, berechten, iemand de laatste sacramenten toedienen. [N 96D (1989)] || Iemand in een winkel bedienen. [ZND 35 (1941)]
III-3-1, III-3-3
|
| 19213 |
bedorven (persoon) |
pensekretser:
mar.: vgl. ook het lemma "verwend kindje"in afl. 2.2.
paensekretser (L282p Achel)
|
iemand met een rotkarakter, iem. die niet te harden is
III-1-4
|
| 34540 |
bedorven ei |
rot ei:
rǫt ęi̯ (L282p Achel)
|
[N 19, 54d; L 6, 39; S 31; monogr.]
I-12
|
| 18965 |
bedriegen |
foetelen:
foedelen (L282p Achel),
smousen:
smoauwsen (L282p Achel)
|
bedriegen, listig ontwijken || bedrog plegen, bedriegen
III-1-4
|
| 18966 |
bedrieger |
smous:
smoauws (L282p Achel)
|
sjacheraar, bedrieger
III-1-4
|
| 33344 |
bedrijfsgedeelte van het boerenhuis |
achterhuis:
āxtǝrhus (L282p Achel),
stallen:
stɛl (L282p Achel)
|
Bedoeld wordt het geheel van stallen en schuur dat achter het woonhuis gelegen is. Bepaalde benamingen zijn specifieke termen voor het bedrijfsgedeelte. Andere opgaven daarentegen zijn algemener en geven daarmee aan dat er voor de bedrijfsgebouwen geen aparte benaming bestaat, ze zijn ook in gebruik voor de boerderij in het algemeen, geven een opsomming van de voornaamste bedrijfsgebouwen of -ruimten (vandaar ook veel meervoudsvormen), verwijzen naar een belangrijk deel van de bedrijfsruimten (zoals de binnenhof of de dorsvloer) of wijzen op dat deel van het complex dat direct aan het woonhuis aansluit (zoals het stookhuis). [N 5A, 31; N 5,126; monogr.]
I-6
|
| 18825 |
bedroefd |
treurig:
ook materiaal znd 23,33
treurig (L282p Achel)
|
droef [ZND 01 (1922)]
III-1-4
|
| 19471 |
bedsprei |
bedsprei:
beͅtsprēͅi̯ (L282p Achel),
sprei:
spreͅi̯ (L282p Achel)
|
bedsprei [RND] || Een bedsprei met franjes [ZND 23 (1937)]
III-2-1
|
| 22688 |
beeldhouwer |
steenkapper:
steenkapper (L282p Achel)
|
iemand die uit steen beelden maakt [beeldsteker, beeldhouwer, beeldenpikker] [N 112 (2006)]
III-3-2
|