e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q187a plaats=Heugem

Overzicht

Gevonden: 1828
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterham van wit en zwart brood preekheer: preekhier (Heugem) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterkussentje boterboontje: booterbŭŭnəkə (Heugem) boterkussentje; Hoe noemt U: Een met boter bereid snoepje (boterkussentje, kokkien, suikerspek) [N 80 (1980)] III-2-3
bouwemmer emmer: ømǝr (Heugem) Houten of metalen, tegenwoordig ook van kunststof vervaardigde emmer die door de metselaars wordt gebruikt om er water, mortel, enz. in te doen. [N 30, 23b; monogr.] II-9
bouwland akker: akǝr (Heugem), land: lant (Heugem), lānt (Heugem), veld: vɛlt (Heugem) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8
bovenkant van het brood kruin: krūn (Heugem) [N 29, 54a; monogr.] II-1
bovenlip bovenlip: bovelip (Heugem), bó:vəlíp (Heugem) bovenlip [DC 01 (1931)] III-1-1
braaf braaf: braaf (Heugem), braaf kiend (Heugem), braof (Heugem), ut kīēnd is braaf (Heugem) braaf [DC 02 (1932)] || braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] III-1-4
braakliggen zomervoren: zōmǝrvōrǝ (Heugem) Land of een akker voor een tijd, soms voor meerdere jaren, onbebouwd laten liggen. Naast de werkwoordelijke woordtypen als braken en braakliggen komen er in dit lemma ook woordtypen voor die bijvoeglijk van aard zijn. Deze hebben grammaticaal de functie van een bepaling van gesteldheid bij de werkwoorden (laten) liggen en zijn, b.v. het land ligt braak, is hard, woest en b.v. het land (voor) vogelwei laten liggen, (in de) dries laten liggen enz. [N 11, 5; N 11, 6; N 11A, 134a; N 11A, 135; N 27, 4b; L 1a-m; L 22, 13; JG 1a, 1b, 1d; S 4; Wi 43; Ale 253; monogr.] I-8
braambes bramelen: broomel (Heugem, ... ) braambes [DC 13 (1945)] III-4-3
braambessen bramelen: brōmǝlǝ (Heugem) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5