e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L430p plaats=Einighausen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wild oproerig: oprø̜i̯ǝrex (Einighausen) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van de stier. [N 3A, 17] I-11
wilde koe wilde koe: welj [koe] (Einighausen) Koe van onbekende of niet erkende afstamming. Bedoeld wordt een koe waarvan het ouderpaar niet bekend is of waarvan de afstamming niet is geregistreerd. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 3a; monogr.] I-11
wilg (alg.) wijde: -  wieje (Einighausen) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
wimper plimp: plump (Einighausen) wimper [DC 01 (1931)] III-1-1
windborden stormplanken: štorǝmplɛŋk (Einighausen) De planken die tussen voorzoom en roedebalk worden geplaatst om de windvang te vergroten. [N O, 4a; A 42A, 67; Sche 35] II-3
windpeluw windpeul: wɛjntjpyl (Einighausen) De zware balk in het stormeinde waar de halssteen of het metalen lager voor de molenas op bevestigd is. Zie ook afb. 17. [N O, 28c; N O, 28i; A 42A, 5; monogr.] II-3
windstil windstil: wɛntjstelǝ (Einighausen) [N O, 9a] II-3
windwijzer windwijzer: węntjwīzǝr (Einighausen) De windwijzer in de vorm van een haan, een vaan etc, die boven op de molenkap is geplaatst. Zie ook afb. 19. [N O, 45f] II-3
winterkleren winterkleren: wèntjerkleier (Einighausen) winterkleren [N 23 (1964)] III-1-3
winterkoninkje winterkoninkje: wèntjerköningske (Einighausen) Hoe heet de winterkoning? [DC 06 (1938)] III-4-1