e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P057p plaats=Kuringen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vieren vieren: gəvi:rt (Kuringen) gevierd [RND] III-3-2
viertakrijn viertak: viǝrtak (Kuringen), viertakrijn: viertakrijn (Kuringen) Rijn met vier rijntakken. [N O, 15d; A 42A, 21; Vds 132; Coe 101; N O, 15b; N O, 15c] II-3
vieruursboterham achternoen, de -: achternoen (Kuringen, ... ) de maaltijd die gewoonlijk rond vier uur in de namiddag gebruikt wordt, het vieruurtje [ZND 06 (1924)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 15 uur 30 à 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
vijver wijer: węjǝr (Kuringen) Kleine, natuurlijke of (meest) gegraven, vaak omsloten waterplas. Vroeger groef men vaak vijvers om er vis in te houden. Tegenwoordig is de vijver vaak een deel van een park- of tuinaanleg. [R 7, 18; S 40; A 20, 1e; L 8, 47; monogr.] I-8
vinger vinger: veŋər (Kuringen), vinger (Kuringen) Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)] || vinger [RND] III-1-1
vingerlid lid: led (Kuringen), leed van de vinger (Kuringen) lid van de vinger [ZND 37 (1941)] III-1-1
vingers (spotnamen) pikkels: pikəls (Kuringen) Spotbenamingen voor de vingers [N 109 (2001)] III-1-1
violier flier: flier (Kuringen), violier: flier (Kuringen) Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)] I-7, III-2-1
viooltje violetje: veletteke (Kuringen) Viola, Fr. violette [ZND 34 (1940)] I-7
vishengel lijn: lēͅn (Kuringen), visgarde: vischgjaat (Kuringen) Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)] || Het vistuig bestaande uit een lange houten of rieten stok; aan het uiteinde is een snoer bevestigd waaraan een verschuifbare dobber zit en aan het einde een haakje [hengelgarde, topgaarde, geert, garde, lijn, roede, visgeert, vislijn, visroede]. [N 88 (1982)] III-3-2