e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289p plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
angelusklok angelus: d’n angelus loedj (Weert), angelusklokje: aŋəløskløͅkskə (Weert, ... ) De angelusklok luidt. [ZND 32 (1939)] || De kleine klok waarmee het angelus wordt/werd geluid. [N 96A (1989)] III-3-3
angelustorentje angelustorentje: angelustuuerke (Weert), torentje: tuurke (Weert) Het afzonderlijk torentje waarin de angelusklok hangt [angelustorentje?]. [N 96A (1989)] III-3-3
angst angst: angst (Weert), schrik: schrik (Weert) angst [SGV (1914)] || het gevoel van beklemming en vrees, veroorzaakt door een [wezenlijk of vermeend] dreigend onheil of gevaar [angst, schijt, schrik] [N 85 (1981)] III-1-4
anijs anijs: Anijs wordt in de jacht gebruikt, vermengd met het voer, om fazanten te lokken  anniês (Weert) anijs III-2-3
anjelier anjelier: anjeleer (Weert), genoffel: snoffel (Weert) [DC 17 (1949)] I-7
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) anjelier: -  angeleer (Weert), genoffel: -  snôffele (Weert, ... ), Anjers  snóffele (Weert), Gemaakt van snuffelen, omdat de bloem zo heerlijk geurt.  snôffel (Weert), genoffeltje: -  kernielkes (Weert) tuinanjer [DC 17 (1949)], [SGV (1914)] III-2-1
anker anker: anker (Weert), aŋkǝr (Weert), muuranker: m ̇ōraŋkǝr (Weert), staafje: stē̜fkǝ (Weert) anker [SGV (1914)] || Een op een bepaalde manier verwerkte wis waarmee men een nieuwe bodem aan de zijkant van een oude mand vast zet. Zie ook afb. 280. [N 40, 70] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-12, II-9, III-3-1
antwoorden antwoorden: àntwoeerde (Weert), terugzeggen: trókzehhe (Weert) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
apart lossen apart lossen: epaart losse (Weert) het apart lossen van jonge en oude duiven? [N 93 (1983)] III-3-2
appel, algemeen appel: appele (pl) (Weert), appəl (Weert, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 26 (1937)] I-7