e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L214p plaats=Wanssum

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wannen met de wanmolen draaien: drɛ̄i̯ǝ (Wanssum) Het werken met de wanmolen. Zie voor de fonetische documentatie van [wannen] het lemma ''wannen met de wan'' (6.3.1) en zie ook de toelichting bij dat lemma. [N 14, 39; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
was was: wās (Wanssum) Afscheidingsprodukt uit de wasklieren van de bijen. Voorheen werd de bijenwas veel gebruikt als grondstof voor kaarsen. Momenteel wordt de bijenwas als grondstof vaak vervangen door plantenwas of belangrijk goedkoper te produceren chemicaliën. Nog steeds is de bijenwas van belang voor de bereiding van zalven, kosmetische produkten en boenwas, voor het modelleren van gietvormen en voor medische toepassingen. [N 63, 121a; JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 52; Ge 37, 145; monogr.] II-6
wasbord vroebbel: vrubəl (Wanssum) wasbord III-2-1
wasgoed was: wɛs (Wanssum) wasgoed III-2-1
wasknijper wasklammer: wɛsklamər (Wanssum), waspin: wɛspen (Wanssum) klem om de was op de draad vast te klemmen || waspin, pin met gleuf om de was vast te klemmen op de \'wesdraod\' III-2-1
waslijn wasdraad: wɛs˂drōͅt (Wanssum) wasdraad III-2-1
wastafel, wasbak wastafel: wastōͅfəl (Wanssum) wastafel III-2-1
waterdamp, wasem zwaai: zwāi̯ (Wanssum) stoom, waterdamp III-2-1
waterhoen waterhennetje: waterhenneke (Wanssum) waterhoentje III-4-1
waterketel, moor marmiet: marmit (Wanssum), miet: mit (Wanssum) ketel, waterketel III-2-1