e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
buurvrouw nabuurse: no‧ə.bəšə (Eupen), nabuursvrouw: noəbeschvrŏ (Eupen) buurvrouw [ZND 22 (1936)] III-3-1
calamien kälmes: kɛlmǝs (Eupen) Oxydisch zinkerts. [monogr.] II-4
canapé, sofa canape: kanəpī (Eupen) canape III-2-1
cementmortel mortel: mø̜rtǝl (Eupen) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
cervelaatworst belster: bɛlstər (Eupen), belsterworst: beͅ.l.stərwo͂.əš (Eupen), #NAME?  beͅ.l.stərwo͂.əš (Eupen) cervelaatworst [ZND 21 (1936)] || worst [ZND 21 (1936)] III-2-3
chagrijn chagrijn: šagrɛŋ (Eupen), leedmoedig: lēətmøͅu̯dex (Eupen) treurig || verdriet III-1-4
cichorei cichorei: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  cichorēē (Eupen), suikerij: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1, a-m  sukəriə (Eupen) cichorei [ZND 01u (1924)] III-2-3
commode, ladenkast commode: komoͅu̯t (Eupen) commode III-2-1
compost compost: kǫmpǝs (Eupen) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1
composthoop meng: mɛŋ (Eupen), mijt: mīt (Eupen) Bedoeld wordt een hoop van plantenresten, kaf-afval, zacht heggeknipsel, keukenafval, afval van weide of boomgaard, enz. die men regelmatig omzet en laat verteren tot vooral over de weide te strooien compost. [N M, 10c add.; N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 38a + b; monogr.] I-1