e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q101p plaats=Valkenburg

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen (zich) vangen: vaŋǝ (Valkenburg) [N 8, 75 en 79] I-9
zich gedragen zich voegen: zich vooge (Valkenburg) zich goed gedragen [zich voegen, zich gevoegen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich haasten zich spoeden: oes sjpoowe (Valkenburg) zich haasten: we moeten ons haasten [DC 27 (1955)] III-1-2
zich inbeelden zich inbeelden: inbeele, zīch (Valkenburg), zich verbeelden: verbeele, zīch (Valkenburg) inbeelden, zich [SGV (1914)] III-1-4
zich kwaad maken zich opregen (<du.): zich oprege (Valkenburg) zich kwaad maken [zich opruien, zich optoornen, uit zijn korf schieten] [N 85 (1981)] III-1-4
zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor inschrijving (zn.): insjrieving veur dn trouw (Valkenburg) Zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor, "naar pastoor gaan". [N 96D (1989)] III-3-3
zich over de rug wentelen (zich) trullen: trølǝ (Valkenburg), (zich) wentelen: wønšǝlǝ (Valkenburg) Geregeld gaan de paarden op hun rug liggen en slaan met de poten in de lucht. Zij doen dit vooral bij jeuk of buikpijn. [JG 1a, 1b; N 8, 69] I-9
zich schamen zich generen: zich genere (Valkenburg) zich verlegen of onbehaaglijk voelen tengevolge van het besef dat men iets doet of gedaan heeft dat tot oneer of spot strekt, of daar getuige van zijn [zich generen, schieten, sieneren] [N 85 (1981)] III-1-4
zich vergissen zich vergissen: zich vergisse (Valkenburg) het mis hebben, zich vergissen [abuis hebben, zijn eigen misgissen] [N 85 (1981)] III-1-4
zich verslikken verslikken: versjlikkə (Valkenburg) Hoe noemt U: In de slokdarm blijven steken, gezegd van een hap voedsel (kroppen) [N 80 (1980)] III-2-3