e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vaesrade

Overzicht

Gevonden: 72

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steeg, steegje gats, gatsje: gats (Vaesrade) steegje; Hoe noemt men een smal - tussen de huizen? [DC 31 (1959)] III-3-1
tandvlees tandvlees: tandvleisch (Vaesrade) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] III-1-1
teek mijt: miet (Vaesrade) teek [DC 30 (1958)] III-4-2
tepel deem: dęi̯m (Vaesrade, ... ) [L 49, 6b; A 30, 6b; Ge 1, 6b]Deem, speen, borst. [A 30, 6e; L 49, 6e; N 8, 39a, 39b en 40] I-12, I-9
tepel van een geit deem: dęi̯m (Vaesrade) [L 49, 6c; A 30, 6c; Ge 1, 6c; monogr.] I-12
tepel, tet knop: knup (Vaesrade) Het afzonderlijk melkgevend orgaan van het varken of de tepel. [N 19, 19a; JG 1a, 1b; L 49, 6d; A 30, 6d; G 1, 6d; monogr.] I-12
velg velg: vɛlx (Vaesrade) De oorspronkelijke betekenis van de term velg is "elk van de vier tot zes gebogen houten blokken, die samen de rand van het wiel vormen en waarin de spaken vastgemaakt worden". Een aparte term voor de volledige houten rand bestond oorspronkelijk niet. Er is verwarring rond de term gekomen bij de opkomst van de fiets- en de autowielen, waarvan de randen niet uit aparte deeltjes bestonden, maar die uit √©√©n stuk gemaakt waren. Deze randen werden ook "velgen" genoemd. De verwarring blijkt duidelijk uit het feit dat voor zowel het houten blok als voor de volledige rand dezelfde termen, velg en velling, werden opgegeven en in de opgaven verschijnt vaak het meervoud, vooral in de betekenis van "houten rand". Sommige opgaven zijn echter samenstellingen, waaruit de betekenis eenduidig blijkt. Deze woordtypes staan onder B. en C. geordend en betekenen resp. "houten blok" en "wielrand". [N 17, 65a-b + add; N G, 45a-b; JG 1a; JG 1b; JG 2b; A 4, 20a + c; L 20, 20c; monogr.] I-13
wervelwind wervelwind: wervelwind (Vaesrade) Hoe noemt men een ronddraaiende wind, die stof en zand van de grond doet opwervelen of water als een zuil omhoogzuigt? [DC 30 (1958)] III-4-4
wilg (alg.) wijde: -  wie (Vaesrade) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgensoorten hangwijde: -  hangwie (Vaesrade) wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3