25913 |
afdraaien |
afdraaien:
afdraaien (L270p Tegelen),
af˱drājǝ (L210p Venray),
af˱drɛ̄jǝ (L163p Ottersum),
āfdriǝ (Q032p Schinnen),
āfdriǝnǝ (Q196a Banholt),
āfdręjǝ (L381b Peij),
āf˱drɛjǝ (L423p Stokkem),
afheffen:
āfhøfǝ (L379p Laak),
afkrijgen:
āfkrīgǝ (Q247a Sint-Pieters-Voeren),
afpakken:
āfpakǝ (Q018p Geulle),
afzetten:
āfzetǝ (L387p Posterholt),
āfzętǝ (Q112z Tenessen),
draaien:
driǝnǝ (Q253p Montzen)
|
De droge, ongebakken aardewerkprodukten voor de tweede keer op de draaischijf zetten om ze hun definitieve vorm te geven. De voorwerpen worden daartoe ondersteboven op een kop van klei op de draaischijf geplaatst. Vervolgens worden de potten door de draaier afgedraaid. [N 49, 33d] || De ketel van het vuur afdraaien door middel van de draaiboom. [N 57, 28] || Met een vijl of krabber een werkstuk gladdraaien dat met behulp van de forceerbank en het forceerijzer is vervaardigd. Volgens de invuller uit L 210 werd het werkstuk daarna nog geschuurd. [N 66, 22d]
II-11, II-2, II-8
|