e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bakkerstor bakkerskegel: bɛkǝrskē̜gǝl (Tegelen), broodkever: bruǝtkē̜vǝr (Hout-Blerick), gasbeest: gāsbīs (Heugem), kakkerlak: kakkerlak (Arcen, ... ), kakkerlakken (Posterholt, ... ), kakǝrlak (Bilzen, ... ), kákǝrlákǝ (Beverst), kākǝrlakǝ (Mal), %%meervoud%%  kakǝrlakǝ (Eijsden, ... ), kever: kē̜vǝr (Blerick), knekel: knekel (Maastricht), meelkever: meelkever (Neeritter), mē̜lkēvǝr (Helden), mē̜lkē̜vǝr (Noorbeek, ... ), %%meervoud%%  męjǝlkē̜jvǝrs (Munsterbilzen), mulder: møldǝr (Neerpelt), ovenbeest: ūǝvǝbęjstǝ (Bilzen), ǭvǝbīst (Bevingen), %%meervoud%%  ūvǝbistǝ (Maaseik), tor: tor (Brunssum, ... ), torren (Gronsveld), %%meervoud%%  tǫrǝ (Bilzen), zwaab: zwø̄vǝ (Brunssum), šwoab (Bleijerheide), šwoap (Kerkrade), šwābǝ (Kaalheide), šwǭb (Gulpen, ... ), šwǭp (Heythuysen), šwǭrǝ (Eys), šwǭǝb (Eys), %%meervoud%%  šwoabǝ (Heerlen), zwarte mulder: zwatǝ moldǝr (Zepperen) De bakkerstor of meelkever is "ongeveer 25 mm. lang en bruingeel van kleur met donkere ringen" (z. Schoep blz. 37). Men treft hem aan in bloemladen en bloemzakken. Door zijn uitwerpselen verontreinigt hij de bloem of het meel. [N 29, 101; monogr.] II-1