e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bakplank broodplank: broodplank (Brustem, ... ), bruǝtplaŋk (Brunssum), brō.tplaŋk (Sittard), brūtplaŋk (Jabeek), brūwtplaŋk (Ketsingen), brǭtplaŋk (Leuken), deegbak: dęjxbak (Maastricht), dek van de kneedtrog: dē̜k van dǝ knē̜ttrōx (Leuken), deksel van de moelde: (deksel van de) mōlt (Eijsden), karton: karton (Noorbeek), machine: mǝšīn (Herten), mou(de)deksel: mowdęksǝl (Stokrooie), plank: plank (Genk, ... ), plaŋk (Houthalen), rijskast: rīskast (Blerick), zeef: zīǝf (Bilzen) De plank of het deksel van de baktrog waarop men het deeg legt na bewerking in de trog en waarop verdere bewerkingen worden uitgevoerd. Een broodplank is een plank van circa anderhalve meter lang en ruim dertig centimeter breed, waarop het opgemaakte zwartbrood, meestal rond, werd gelegd om te rijzen en naar de oven of ..et bakkes" te dragen (Schelberg blz. 62). [N 29, 30a; OB 2, 2f; monogr.] II-1