e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bijendoek bienkleed: binklēt (Diepenbeek), bijdoek: bi-jdōk (Geistingen, ... ), bi-jdǭk (Maaseik), bidōk (Neer, ... ), bijdoek (Genk, ... ), bęjdūk (Meijel), bijendoek: bejnǝndūk (Venray), bejǝdo.k (Dilsen), bejǝdōk (Horst, ... ), bejǝnduk (Wellerlooi, ... ), bi-jǝdōk (Asenray / Maalbroek, ... ), bęjǝdūk (Meijel), bęjǝndōk (Genk), bijenkleed: bijenkleed (Hasselt), bijkleed: bijkleed (Lommel), biklēt (Zepperen), biklęjt (Opglabbeek), doek: do.k (Dilsen), doek (Maasmechelen, ... ), duk (Rummen, ... ), dōk (Noorbeek, ... ), dūk (Venray), gaasdoek: gāsdǫwk (Hasselt), gaasdoekje: gāsdikskǝ (Hasselt), kleed: klēt (Diepenbeek), klęjt (Alken), korfdoek: kø̜rfdōk (Heerlen, ... ), kǫrfdōk (Asenray / Maalbroek, ... ), opbinddoek: ǫpbentdok (Houthalen), reisdoek: ręjsdōk (Noorbeek, ... ), sluitdoek: sluitdoek (Kerkhoven), sluitstuk: sluitstuk (Kerkhoven), windel: wenjǝl (Born), zak: zak (Beek, ... ) Het doek dat om de korf wordt gewonden en dat aan de korfwand wordt vastgezet met oognagels of pinnetjes. Soms (K 317a, L 384 en Q 15) gebruikt men hiervoor een jutezak. Het doek moet in elk geval luchtig zijn. [N 63, 104a; monogr.] || Het doek dat op de plaats waar de beide korven bij het jagen met de openingen tegen elkaar komen, om de korven wordt gewonden. In L 330 gebruikt men hiervoor een oude jutezak. [N 63, 87b; monogr.] II-6