29047 |
bijwerken van het paardehaar |
afsnijden:
āfšni-jǝ (L299p Reuver),
āfšniǝ (Q121c Bleijerheide),
ǭfsnājǝ (Q083p Bilzen),
afsnirken:
āfšnirkǝ (L428p Born),
haren trekken:
hǭrǝ trękǝ (Q099p Meerssen),
paardshaar rondom vortdoen:
pɛǝtshǭr rondøm vutduǝ (Q253p Montzen),
paardsharen deruit trekken:
pęrshǭr dǝrøtj trękǝ (L265p Meijel),
terugscheren aan de kantjes:
tryxsxē̜rǝ ān dǝ kɛntjǝs (L271p Venlo),
terugsnijden:
trøxsnejǝ (L246p Horst),
uitpluizen:
uitpluizen (L416p Opglabbeek),
uitrijten:
ūtrītǝ (L381p Echt, ...
Q197p Noorbeek),
uitsnijden:
uitsnijden (Q165p Hopmaal),
uittrekken:
ūttrekǝ (Q198p Eijsden),
ǫwttrękǝ (Q083p Bilzen),
wegknippen:
węxknepǝ (Q015p Stein),
wegsnijden:
węxsni-jǝ (Q007p Eisden),
węxsnęjǝ (L417p As)
|
Het paardehaar van de binnenvulling aan de kanten en uiteinden verwijderen of fatsoeneren. [N 59, 185]
II-7
|