e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boerenwormkruid boerenwormkruid: boerewoermkroet (Oirsbeek), boerewormkroet (Vijlen), eigen spellinsysteem  boerenwormkruid (Meijel), geen aparte naam, soms ook: dóuderkroet  boerenwormkruid (Berg-en-Terblijt, ... ), donderkruid: dǫndǝrkrut (Berg / Terblijt), ook: boerenwormkruid (geen aparte naam)  dóuderkroet (Berg-en-Terblijt, ... ), Spelling: "fonetisch", alles omgespeld  dondərkrut (Maastricht), geel: WLD mupkeskroet of gèèl (bedoelt de informant: gèèl kroet ? )  gèèl (Thorn), gele kruidwis: gē̜ǝlǝ krutwęs (Eijsden), hemdenknoopje: idiosyncr. ?  haemdeknŏpkes (Blerick), Samen met bijvoet gevormd tot n bouquet, meegredragen in de processie voor de vruchten der aarde en gezegend noemt men t kroedwis. Bij onweer werd n stukje ervan verbrand.  hemdeknöpke (Horst), hemdknoopje: WLD  heémknupkus (Brunssum), héémtknöpkə (Reuver), hemdsknoop: hemsknöp (Oirlo), WLD  hûmmesknâûp (Schimmert), hemdsknoopje: hemesknupke (Eys), Spelling: "fonetiek-dialect"= Frings  himsknöpkes (Eksel), hommelskruid: op 15 aug. in kroetwusj  hommelskroet (Kunrade), knoopjesbloem: knuipkesbloom (Lutterade), koperknoop: WLD  kooperknuup (Posterholt), WLD = boerenwormskruid  koperknoep (Posterholt, ... ), koperknoppen: kōpǝrknȳp (Posterholt), kruidwijn: WLD  kroetwiene (Posterholt), kruidwis: kroedwès (Echt/Gebroek), kroetwèsj (Stokkem), kroédwêsj (Gronsveld), krutwes (Venlo), krutweš (Echt), kruǝtwøš (Maasmechelen, ... ), krȳtwęš (Eupen), -  kroetwesj (Echt/Gebroek, ... ), kroetwis (Echt/Gebroek, ... ), kroetwösj (Maastricht, ... ), kroêdwösj (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), Additie bij vraag 80 (hemdeknöpke/boerenwormkruid): Samen met bijvoet gevormd tot n bouquet, meegredragen in de processie voor de vruchten der aarde en gezegend noemt men t kroedwis. Bij onweer werd n stukje ervan verbrand.  kroedwis (Horst), Spelling: "fonetisch", alles omgespeld  krutwɛš (Maastricht), Veldeke  kroetwès (Echt/Gebroek), WBD/WLD  krōétwésj (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), WLD  kroetwisj plantj (Heythuysen), wordt gezegend 15 Aug. gebruikt als bescherming tegen onweer  kroetwèsj (Maastricht), kruidwisbloem: kroedwesj-blómme (Noorbeek, ... ), kroetwichbloome (Vijlen), mater: mǭtǝr (Baexem, ... ), matersknop: -  moatesknòppe (Tungelroy), WLD  mótersknoepe (Heythuysen), matersknop?: -  moatesknòppe (Tungelroy), matersknoppen: mǭtǝsknǫpǝ (Tungelroy), mopjeskruid: WLD  mupkeskroet (Thorn), pierekruid: pie.rekruud (Heijen, ... ), Heukels 65  pie.rekruud (Gennep), reigerknoppen: rɛi̯gǝrknȳp (Meijel, ... ), reigersknoop: rei’gersknüp (Tegelen), eigen spellingsysteem  reigersknuup (Maasbree), eigen spellinsysteem  rijgersknup (Meijel), WBD  reigersknòp (Sevenum), WLD  reigers-knöp (Sevenum), WLD langs wegbermen en (droge) slootkanten  reͅjgərsknø͂ͅp (Meijel), reinbeer: reŋbɛr (Banholt, ... ), reinderknoppen: ręi̯ndǝrknø̜p (Blitterswijck, ... ), reindersknoop: reindersknuup (Venlo), reindersknöp (Blitterswijck, ... ), -  reinersknuup (Kessel, ... ), chrysanthemum vulgare  rejndersknöp (Castenray, ... ), op 15 aug. in kroetwusj  rindesjknuup (Kunrade), Veldeke  reindesjknüp (Klimmen), reindersknoppen: ręi̯nǝrsknyǝp (Kessel), reinvaam: rèènvaom (Eigenbilzen), reinvaar: reinvaar (Echt/Gebroek, ... ), chrysanthemum vulgare  reͅenvār (Meeswijk), idiosyncr.  reinvaar (Thorn), WLD  reinvaar (Heythuysen), reinvààr (Guttecoven), reinvaart: reinvaart (Nieuwstadt, ... ), rēnvārt (Schinveld), ręi̯nvārt (Bingelrade, ... ), -  reinvaard (Montfort, ... ), aanhangsel N92 voor Sittard  reinvaart (Sittard), eigen spelling  reinvaart (Montfort), idiosyncr. boerenwormkruid  reinvaart (Sittard, ... ), tanacetum vilgare  reinvaart (Sittard), WLD  rein vaart (Montfort), reinvaart (Doenrade), reinvaren: reinvaren (Geistingen, ... ), rēmvǝr (Rosmeer), ręi̯nvān (Valkenburg), ręi̯nvār (Tungelroy), -  reinvaren (Geistingen, ... ), WLD  reinvaren (Ophoven), ± Veldeke  reinvare (Tienray), remuur: - = reinvaren. Meur: doffe e. Rein van scheiding tussen twee akkers die nochtans inons dialect klinkt als rè (lange klank tussen è en é).  re-muer (Rosmeer, ... ), ringbeestknoop: ringbeesknup (Wijlre), roversknoop: eigen spellingsysteem  ruiversknuup (Maasbree), stinkkruid: WLD  sjtinkkroet (Swalmen), weikruid: wééəkraoət (Diepenbeek), wɛi̯krǫǝt (Diepenbeek), -  ɛweikroət (Diepenbeek, ... ), wormbloem: wormblomǝ (Swalmen), wôrmblome (Swalmen), wormknoppen: wǫrmknupǝ (Belfeld), wormkoekjes: wǫrmkukskǝs (Nederweert), ± Veldeke  worremkukskes (Weert), wormkruid: weurmkroot (Vlijtingen), wórm’kroed (Bleijerheide, ... ), wörmkraad (Jeuk), wǫrmkrǫu̯t (Tungelroy), -  wormkroed (Tungelroy, ... ), [Tanacetum vulg.]  wùr"mkraud (Tongeren), Bree Wb.  wörmkrûd (Bree), eigen spelling  wurmkroet (Vlodrop), op 15 aug. in kroetwusj  wormkroet (Kunrade), WBD/WLD  wormkroet (Urmond), WBD/WLD ?  wérmkrówt (As), WLD  weurmkrōēd (Mheer), wormkroed (Stein), wormkrüt (Beesel), wormreutse: wørmrø̄tšǝ (Valkenburg), wormzaad: wormzaod (Melick), wórmzaot (Sittard), wörmzaod (Castenray, ... ), geneeskrachtig  wôrremzaot (Altweert, ... ), wormzaadje: wormzäödje (Venlo), wormzø̜̄tjǝ (Weert), eigen spellinsysteem  wormzaetje (Meijel) boerenwormkruid [N 92 (1982)], [N 92 (1982)] || Boerenwormkruid (tanacetum vulgare 50 tot 120 cm groot. De stengels groeien rechtop; de bladeren zijn geveerd met langwerpige, gezaagde slippen; de bloemen staan in knoopvormige hoofdjes, vele bijeen in een platte tros, straalbloemen ontbreken, geel gek [N 92 (1982)] || boerenwormkruid (Tenacetum vulgare L.) [DC 60a (1985)] || boerenwormkruidzaad || boerenwormskruid [N 92 (1982)] || boerewormkruid || Tanacetum vulgare L. Een algemeen voorkomende 60 tot 120 cm hoge plant in akkerranden, wegbermen en op stortplaatsen met veervormig samengestelde bladeren, die fijn ingesneden zijn. De kleine ronde knalgele bloempjes, die knopvormig zijn, groeien in een schermvormige tuil en bloeien van juli tot de herfst. De plant is een oud medicinaal kruid en maakt een vast onderdeel uit van de kruidwis. Het maken van een kruidwis is een zeer oud, voorchristelijk (later gekerstend, kruidwissen worden soms nog op 15 augustus gewijd) gebruik waarbij wilde kruiden worden samengebonden en opgehangen in hius of in de stal om onheil, ziekten, bliksem e.d. af te weren. Het kruid is nauw verwant aan het moederkruid, vandaar de typen met mater; het werd veel gebruikt tegen wormen, vandaar de typen met worm-. Zie Verdingh 1987, 5 en Claes 1990. [A 60A, 80; monogr.] || wormkruid I-5, III-4-3