25969 |
bovenslagmolen |
bovenslagmolen:
bȳǝ.vǝslā.x[molen] (L417p As),
bōvǝslā.x[molen] (Q095p Maastricht),
bōvǝšlā.x[molen] (Q095p Maastricht),
bovenwatermolen:
bōvǝwǭtǝrmø̄.lǝ (Q088p Lanaken),
molen met een bakrad:
[molen] mɛt˱ ǝ bakrǭ.t (Q188p Kanne),
molen met een tobbenrad:
[molen] mɛt˱ ǝ tǫbǝrǭ.t (Q181p Sluizen),
molen met tobrad:
[molen] mɛt tǫprǭǝt (Q077a Alt-Hoeselt),
pletsmolen:
plɛtšmø̄lǝ (Q101p Valkenburg
[(sluismolen op een waterarm beekje waar het water van boven op de schoepen wordt geleid)]
),
slagmolen:
slǭxmø̄jlǝ (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
tapmolen:
tapmēǝlǝ (P055p Kermt),
tobbenradmolen:
tǫbǝroǝt[molen] (P187p Berlingen),
tobmolen:
top[molen] (Q083p Bilzen, ...
Q240p Lauw,
P058p Stevoort,
Q162p Tongeren),
tǫp[molen] (L417p As, ...
P187p Berlingen,
Q072p Beverst,
L360p Bree,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q077p Hoeselt,
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
P056p Stokrooie,
Q075p Vliermaalroot,
Q079a Wintershoven),
tobradmolen:
tǫprǫǝt[molen] (Q159p Broekom, ...
P195p Gutschoven,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
P177a Ordingen,
Q078p Wellen)
|
Watermolen waarbij het water aan de bovenzijde van het molenrad in bakken valt. Door het gewicht van de gevulde bakken wordt het rad in beweging gezet. Omdat er voor een bovenslagmolen veel verval vereist is, treft men dit type molen vooral aan de bovenloop van rivieren aan. Bij de bovenslagmolen bevindt zich steeds een vijver, waardoor de molenaar zich altijd van een voldoende hoeveelheid water verzekerd weet. Het woorddeel tap- in het woordtype tapmolen (P 55) verwijst daar naar. Zie verder ook de toelichting bij het lemma ɛvijver, molenvijverɛ. Het woorddeel -ømolenŋ is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Vds 21; Coe 3; Jan 3; Grof 14; monogr.]
II-3
|