e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bovenste handvat (bovenste) greep: bø̄vǝštǝ grēp (Brunssum), grīǝp (Hoensbroek, ... ), (bovenste) knak: bøvǝnstǝ knak (Milsbeek, ... ), knak (Gennep, ... ), (bovenste) sluif: buvǝstǝ slø̜̄f (Wellen), slø̄i̯f (Zolder), (bovenste, bovelste, lange, grote, achterste) kruk: bø̄vǝlstǝ krøk (Montfort, ... ), bō.vǝstǝ krø̜k (Koninksem), bǭvǝstǝ krøk (Nunhem), gruǝtǝ krøk (Haler), grōtǝ krø̜k (Hoeselt), krek (As, ... ), krøk (Berg, ... ), krø̜k (Aalst, ... ), kręk (Berbroek, ... ), laŋǝ krøk (Beringen, ... ), ęxtǝrstǝ krø̜k (Zelem), %%deze heeft betrekking op model B (vgl. afbeelding. 4)%%  kǫrtǝ krø̜k (Tungelroy), (bovenste, lange, grote) knab: bø̄.vǝlstǝ knap (Boukoul, ... ), bø̜i̯vǝnstǝ knap (Middelaar), bōvǝstǝ knap (Leunen), bǭvǝstǝ knap (Baarlo, ... ), gruǝtǝ knap (Achel), grōtǝ knap (Maasniel), knap (America, ... ), laŋǝ knap (Kaulille, ... ), (bovenste, lange, tweede) handhaaf: a.ntǫf (Rekem), buvǝstǝ antęf (Rotem), bøvǝštǝ hantǝf (Klimmen, ... ), bū.ǝvǝstǝn ā.ntǝf (Neeroeteren), bǭvǝnstǝ hantjhuf (Munstergeleen), ha.ntøf (Elen), ha.ntǝf ('S-Herenelderen, ... ), hanthǭ (Loksbergen), hantø̜f (Oud-Waterschei), hantǝf (Gelieren Bret, ... ), hā.ntof (Lanaken, ... ), hā.ntǝf (Hoeselt, ... ), laŋǝ hantǝf (Opglabbeek), laŋǝn hā.ntǝf (Opitter), twedǝ hanthǭ (Halen), ā.ntø̜f (Lanklaar, ... ), ā.ntǝf (Rotem, ... ), (bovenste, rechtse) handvat: bovǝstǝ hant˲vat (Peer), bu̯øvǝstǝ hā.mfǝt (Zichen-Zussen-Bolder), bøvǝnstǝ hant˲vat (Bunde, ... ), bø̄vǝstǝ hantj˲vat (Limbricht), bø̄vǝstǝ hānt˲vat (Noorbeek, ... ), bēvǝstǝ hantj˲vat (Herkenbosch), bōvǝstǝ hant˲vǭu̯ǝt (Borgloon, ... ), būvǝstǝ hęntj˲vat (Maaseik), ha.nt˲vat (Elen), ha.nt˲vu̯ǫt (Nerem), ha.nt˲vǫt (Rutten, ... ), hantj˲vat (Baexem, ... ), hant˲vat (Weert), hant˲vāt (Valkenburg), hant˲vǭu̯ǝt (Kermt), hā.mfǝt (Kanne), hā.nfǭ.ǝt (Heers, ... ), hā.nt˲vǭ.t (Kerniel), hānt˲vat (Gronsveld, ... ), hānt˲vǭ.ǝt (Boekhout, ... ), hānt˲vǭt (Gelinden, ... ), hānt˲vǭǝt (Wilderen), hęntj˲vat (Obbicht), hęnt˲vat (Maasmechelen), ręxtsǝ hantj˲vat (Grathem), ānt˲vāt (Sint-Truiden), (grote) hand: gruǝtǝ hãnt (Heppen), hãnt (Borlo, ... ), hānt (Borlo, ... ), (overste, lange, linkse) grif: laŋǝ gref (Kerkrade), leŋksǝ gref (Bleijerheide), arm: ęrm (Neer, ... ), armvat: ęrǝmvat (Heer), bovengreep: bǭvǝgrēp (Tegelen), bovenkruk: bōvǝkrø̜k (Buchten), bovenste gewerf: bovenste gewerf (Sittard), bovenste houwer: bovenste houwer (Grote-Brogel), bø̄vǝstǝ hǫu̯ǝr (Nederweert), de hand van boven: dǝ hant ˲va bøvǝ (Teuven), dol: dǫl (Schinveld), eber: ēbǝr (Schinnen), handkruk: handkruk (Berverlo), handvast: ha.nt˲vas (Grote-Spouwen, ... ), hā.nfas (Millen), hāvas (Jeuk), handvat: hant˲vat (As, ... ), handvol: hā.mfǝl (Riemst), knar: knar (Middelaar), kraan: krǭǝn (Membruggen), kruk-handhaaf: kręk-ha.ntǝf (Mopertingen), lange knag: laŋǝ knax (Ottersum), lange snook: laŋǝ snok (Maaseik), langknab: laŋknap (Achel), langkruk: laŋkrek (Bree), laŋkrøk (Vlodrop), laŋkrø̜k (Maasmechelen, ... ), linke wringer: lēŋkǝ vreŋǝr (Rosmeer), maaibeugel: mɛi̯bø̄gǝl (Neerharen), rechterhandvat: ręxtǝrhaŋk˲vat (Baarlo), sleeuw: sli (Beringen), sliǝf (Oostham), slīǝf (Berverlo, ... ), sloor: slor (Dilsen), trek: tręk (Weert), zwaaigreep: zwaaigreep (Grathem) Het bovenste handvat van de kraanzaag, dat bestaat uit een ca. 45 cm lang ijzer met een ring, waarin een, haaks op het zaagblad staand, houten handvat wordt gestoken. [N 50, 34b] || Het bovenste handvat van de steel van de zeis, dat in de linkerhand wordt gehouden. Doorgaans is dit het lange T-vormige handvat, zoals beschreven in de algemene toelichting van deze paragraaf en in de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''; daar zijn ook de opgaven opgenomen waar het bovenste handvat kort en recht is of waar dit bovenste handvat ontbreekt (model B). Om de varianten van de substantiva onder één woordtype bijeen te houden en een vergelijking met de opgaven voor het onderste handvat te vergemakkelijken, zijn de adjectiva (bovenste, lange, grote, enz.) als facultatief in het hoofdwoordtype opgenomen. Zie afbeelding 4, A1 en B1.' [N 18, 67b; N C, 3b1; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3, II-12