29465 |
bovenste schijf |
draaischijf:
draaischijf (L270p Tegelen),
drējsxī̄f (L164p Gennep),
kop:
kop (L163p Ottersum),
kǫp (L270p Tegelen),
kop van de schijf:
kop ˲van dǝ sxī̄f (L163p Ottersum),
plaat:
plǭt (L163p Ottersum),
schijfplaat:
sxī̄fplǭt (L163p Ottersum, ...
L163p Ottersum
[(kon met schroefjes bevestigd worden)]
),
schijvekop:
sxī̄vǝkop (L163p Ottersum),
vormschijf:
vǫrǝmšī̄f (L270p Tegelen)
|
De kleine schijf op de verticale as van de draaischijf waarop de draaier zijn produkten vervaardigt. [N 49, 26a; N 49, 26c; monogr.]
II-8
|