e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braakland bewerken belken: [belken] (Beverst, ... ), belkeren: bęlkǝrǝ (Opheers), braakakkeren: brǭk˱akǝrǝ (Diepenbeek), braakland omdoen: brǭkla.nt emdū.n (Heesveld-Eik), braakploegen: brǭk[ploegen] (Kelpen, ... ), braken: br ̇ǭkǝ (Helden, ... ), brãkǝ (Hasselt, ... ), brō ̞ǝkǝ (Bocholtz, ... ), brǭkǝ (Beek, ... ), brǭkǝn (Elen), brǭxǝ (Raeren), de braak omdoen: dǝ brā.k, omdō.n (As, ... ), dǝ brǭk˱ emdū.n (Godschei), de braak omploegen: dǝ brǭk˱ omplōgǝ (Niel-bij-As), de dries omvaren: dǝn dris˲ emvǭ.rǝ (Genk), de groes omdoen: dǝ grūs˱ emdū.n (Heesveld-Eik, ... ), driesploegen: drēš[ploegen] (Reijmerstok), dręi̯š[ploegen] (Limbricht), een plak regelen: ęnǝ plak rēgǝlǝ (Horst), kreppelen: krɛpǝlǝ (Lottum), loshouden: ǫshhãldǝ (Merselo), ombeulderen: ombø̄ldǝrǝ (Oostham, ... ), puinen: pø̜i̯nǝ (Heythuysen, ... ), reinmaken: r ̇ęŋmā.xǝ (Simpelveld), rossen: rǫsǝ (Mook  [(ploegen daarna tweemaal cultivateren en tweemaal eggen)]  ), ruw land omdoen: rǭ. lã.nt˱ ømdū.n (Zonhoven), ruw land omploegen: rǭ. la.nt˱ ømplogǝ (Houthalen), schikken: sxekǝ (Weert), stropen: štrø̄.fǝ (Simpelveld), voorkwaad akkeren: vǝrkøę̄t˱ á.kǝrǝ (Hasselt), wroetelen: vrø̄tǝlǝ (Urmond), zomervoren: zomǝrvōrǝ (Blitterswijck, ... ), zomǝrvūǝrǝ (Aijen), zuivermaken: zȳvǝrmãkǝ (Cadier) Op een akker die men - vroeger overeenkomstig het drieslagstelsel, later om een bijzondere reden - een seizoen braak liet liggen, werd dat jaar geen gewas verbouwd. Een dergelijke akker werd echter wel verschillende malen ondiep geploegd en grondig afge√´gd, zulks om hem te zuiveren van hardnekkig onkruid, zoals kweek, en tevens om hem niet de voedingsbodem te laten zijn van gemakkelijk tierend onkruid in het algemeen. Voorzover de onderstaande termen geen object noemen, veronderstellen zij "de akker" of "het stuk" als object. In braken zal soms, in zomervoren meestal de betekenis "niet benutten voor de teelt", "braak laten liggen" meespreken. Men zie daarom ook de lemmata braakland en braak (laten) liggen. De woorden braken, belken en stropen komen ook in de lemmata ondiep ploegen en stoppelveld ploegen voor. [JG 1a; N 11A, 134b + 137q; N 11, 45 + 47 add.; monogr.] I-1