e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broer braal (barg.): bargoens  braal (Waubach), broeder: brejer (Hasselt), broaer (Schinveld), broear (Slenaken), broeder (Amby), broor (Kerkrade), brooër (Heerlen), brooər (Tegelen), brouer (Sittard), brouwer (Amstenrade, ... ), brou̯ər (Doenrade, ... ), brower (Blerick, ... ), browur (Waubach), browwer (Hamont), browər (Brunssum), broəer (Rimburg), brōər (Brunssum), brōͅu̯ər (Merkelbeek), brŏwer (Brunssum), broͅu̯r (Nuth/Aalbeek), broͅu̯ər (Amstenrade, ... ), bruujer (Castenray, ... ), bruuər (Tienray), bruër (Vaals, ... ), brūūër (Zonhoven), brūūər (Oirlo), bròwer (Brunssum), 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1  brīējər (Kermt), brūūjər (Hoepertingen), brŭŭjr (Gelinden), brŭŭjər (Gelinden, ... ), bróówdər (Hasselt), met accent ò op de o  brōuər (Merkelbeek), broer: breir (Beverst), breur (Echt/Gebroek, ... ), brier (Genk, ... ), brīēr (Peer), bro:r (Tegelen), broar (Bleijerheide, ... ), broer (As, ... ), broeər (Kerkrade), broo:r (Roermond, ... ), broo?? (Mheer), broor (Altweert, ... ), bror (Venlo, ... ), brouer (Sittard), brour (Doenrade, ... ), brour? (Bingelrade), brou̯r (Schinveld), broër (Panningen), broər (Rimburg), brōēr (Bilzen, ... ), brōōr (Amby, ... ), brōr (Beek, ... ), bruer (Vaals), bruu.r (Gennep, ... ), bruu:r (Meijel), bruur (Afferden, ... ), bruūr (Castenray, ... ), brūr (Meijel, ... ), brūūr (Gelinden, ... ), brŭr (Siebengewald), brŭŭr (Halen, ... ), bry(3)̄r (Venray, ... ), bràur (Nieuwstadt), brór (Oirsbeek), bróór (Maastricht, ... ), bróər (Reuver), brôer (Beringen), brôr (Belfeld, ... ), brôôr (Grathem, ... ), brø̄r (Schinnen), brøͅr (Geleen), brúr (Oostrum), brüür (Bergen, ... ), 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1  braor (Eisden, ... ), breijr (Hasselt), breir (Hasselt), breər (Hasselt), brīēr (Genk, ... ), broer (Amby, ... ), broor (Amby, ... ), bror (Maastricht, ... ), brōēr (Bilzen, ... ), bru (Velm), bruer (Rosmeer), bruu (Buvingen, ... ), bruur (Buvingen, ... ), brūūr (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), brŭŭr (Borgloon, ... ), brîêr (Kermt), bróér (Amby), bróór (Bocholt, ... ), brôer (Heers, ... ), brôr (Leut), brôêr (Eupen, ... ), brûur (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), brûû (Mielen-boven-Aalst, ... ), brûûr (Eupen, ... ), 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1; cf. WNT s.v. "broeder - broêr"gewestelijk broêre, breur, bruur enz.  brūūr (Tessenderlo), brŭŭr (Kwaadmechelen), 1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1bruur  brūūr (Aalst-bij-St.-Truiden), altijd met bezittelijk voornaamwoord!  broor (Blerick), breurke  broor (Blerick), cf. WNT s.v. "broeder - broer, gewestelijk broere, breur, bruur enz.  breur (Kaulille), cf. WNT s.v. "broeder - broêr", gewestelijk broêre, breur, bruur  bruur (Middelaar), brūūr (Oostham), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  broar (Geulle), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  broor (Valkenburg), men zegt ook: onze jong  bruur (Venray), met accent óó op de oo  brōōr (Berg-en-Terblijt), met accent ó op de o  brōr (Heel, ... ), met accet è op de o  brŏər (Sevenum), met een accent é op u  brūr (Heijen), met een accent ó op de o  brōr (Laar), met hoedje ô op de o  brōr (Panningen), met ô op de o  brōr (Maastricht), mrt accent ó op o  brōr (Maastricht), twee b roers = 2-gebreurs  broor (America), broertje: breurke (Maastricht, ... ), broerke (Borgharen), brörke (Maastricht), brürke (Middelaar, ... ), bruur als aanpassing  brø̄rkə (Maastricht), mon frre (fr.): mofreͅr (Eupen), mónfreer (Maastricht), mon frère  mómfreer (Maastricht) broeder [DC 05 (1937)], [SGV (1914)] || broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] || broeder; dat is zijn broeder [ZND 08 (1925)] || broer [DC 03 (1934)] || broer, broeder || broer, Waar woont je broer ook weer? [N I (1964)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zusteer twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] || de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2