22489 |
burenovertrek |
bageren:
bagere (Q193p Gronsveld),
bagēͅrə (Q201p Wijlre),
baggeeren (Q203p Gulpen),
begeere (Q207p Epen),
begere (Q197a Terlinden),
boegere (Q098p Schimmert),
bəgēərə (Q202p Eys),
halen:
hø͂ͅlə (L267p Maasbree),
inhalen:
inhaole (L329a Kapel-in-t-Zand),
intocht houden:
inteug halde (L269p Blerick),
intrek:
intrek (L265p Meijel),
met de huifkar gaan:
met de hoefker goan (L318b Tungelroy),
verhuizen:
verhoeze (L320a Ell, ...
Q202p Eys,
L382p Montfort,
Q098p Schimmert,
L374p Thorn),
verhuizen (K357p Paal),
verhuuze (Q196p Mheer, ...
L245b Tienray),
vərhūzə (Q202p Eys),
op de laatste zqgen of kar zerd een bezem geplaatst met daaraan de pispot
verhoeze (L267p Maasbree)
|
Het gebruik dat bij een verhuizing het gezin op versierde wagens naar de nieuwe woning gebracht werd. [N 88 (1982)]
III-3-2
|