e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
compost aardhoop: ęrthōp (Siebengewald), aardmest: ē̜rt[mest] (Milsbeek, ... ), ęrt[mest] (Merselo), afval: āf˲val (Schimmert), afvalmest: áf˲val[mest] (Lottum), āf˲val[mest] (Mechelen, ... ), amerenstub: ǭmǝrǝštø̜p (Gronsveld  [(als meststof in de tuin gebruikt)]  ), asraai: asrǭi̯ (Maasmechelen), assenhoop: ɛšǝnhǫu̯.p (Sittard  [(ook wel gebruikt als mest voor de wei)]  ), asseraai: asǝrǭi̯ (Maastricht, ... ), asseraaigrond: asǝrǭi̯grōnt (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), bakku(?): ba`ky (Sint-Truiden), ba`kys (Walshoutem), bamdmest/beemdmest: bamp[mest] (Opitter), bamt[mest] (Bocholt, ... ), bámt[mest] (Neeroeteren), bānj[mest] (Baexem, ... ), bānjtj[mest] (Baexem, ... ), bęnj[mest] (Boukoul, ... ), bamdsmest: bāns[mest] (Weert), bocht: box (Rijckholt), broekmest: brokmęst (Berverlo), compost: kompǫs (Hoensbroek, ... ), kompǫst (Aldeneik, ... ), kompǭst (Aijen, ... ), kǝmpǭst (Hasselt), kǫmpǝs (Eupen), kǫmpǫs (Baarlo, ... ), kǫmpǫst (Achel, ... ), kǫmpǭst (Lommel, ... ), compostmest: kompǫs[mest] (Tegelen), kǫmpǫs[mest] (Roosteren), compote: kǫmpǫt (Holtum, ... ), drek: drɛk (Beek, ... ), drekkerij: drɛkǝręi̯ (Maasmechelen), dreksmest: drɛ ̝ksmęs (Kerkrade), flikkenmest: flekǝmęst (Baexem), gemengd mest: gǝmēŋt mest (Gennep, ... ), gemengde mest: gǝmɛŋdǝ męs (Sittard), goed gerei voor de wei: gut ˲gręi̯ vø̜r dǝ węi̯ (Mook), goede grond: g˙ōi̯ǝ grō.nt (Cadier), grasmest: grāsmęst (Haelen), groesmest: grōs[mest] (Neeritter), grūs[mestj (Meijel), huisdrek: hūs˱drɛk (Hout-Blerick), humus: hymǝs (Mal, ... ), hømǝs (Rijckholt), kluitendrek: klȳtǝdrɛk (Ubachsberg), koolas: koalɛš (Rothem), kort gerei: kǫrt ˲gręi̯ (Gennep, ... ), kort mest: kort [mest] (Boukoul, ... ), kø̜t [mest] (Tessenderlo), kǫrt [mest] (Achel, ... ), kortaarde: kǫrt˱ē̜rt (Horst, ... ), korte aarde: kǫrtǝ ē̜rt (America), korte knoei: kǫrtǝ knui̯ (Bergen), kǫrtǝ knūǝi̯ (Horst), korte mest: kortǝ męs(t) (Maasniel), mah√®ye (wa.): mǝxęi̯ (Neerharen), mengel: meŋǝl (Margraten, ... ), mest van de drekkar: meš ˲van dǝ drɛkkar (Oost-Maarland), mest van gen mesten: mes ˲va gǝn mestǝ (Nieuwenhagen), mijn: męi̯n (Oost-Maarland), mijndrek: męi̯ndręk (Oost-Maarland), molm: molǝm (Roermond), mul: my ̞l (Vaals), m˙ø ̞l (Moresnet), poeldrek: pōldrɛk (Geulle), rottigheid: rǫtexhēt (Mechelen), rotzooi: rǫt˲zōi̯ (Schinveld), schoppelingen: šxopǝleŋǝ (Zonhoven), slodderpratjes: slǫdǝrpratjǝs (Maasmechelen  [(het laatste uit de mestkuil)]  ), stadsdrek: stats˱drɛk (Heugem, ... ), straatmest: straatmest (Helchteren, ... ), stratendrek: strǭtǝndrɛk (Lottum, ... ), štrǭtǝndrɛk (Gronsveld, ... ), stratenmest: strǭtǝmest (Merselo), strouwaarde: strǫu̯ē̜rt (Milsbeek, ... ), vetmest: vętmęs (Hoeselt), vette aarde: vętǝ i̯ãrt (Hasselt), vuil: vūl (Mechelen, ... ), vuiligheid: vø̜lexhęt (Beringen), vuilmest: vø̜lmęst (Meldert), vuilnis: vūlnes (Maasniel), weie(n)drek: węi̯ǝdrɛk (Boorsem), weie(n)mest: węi̯ǝ[mest] (Baarlo, ... ), weimest: wę ̞i̯[mest] (Merselo), węi̯[mest] (Aijen, ... ) Van de termen die onder de titel compost in dit lemma verenigd zijn, hebben er sommige duidelijk betrekking op de fijngemaakte compostachtige meststof, zoals die uit afval van de weide, de boomgaard, het erf bereid werd en over de weide werd gestrooid, terwijl andere meer wijzen op het moderne product van een vuilverwerkings- of composteringsbedrijf. Het eerste deel van het lemma bevat voornamelijk benamingen voor weidemest. [N 11, 22 + 27 add.; N 11A, 4d + 38 + 39; N M, 10c; monogr.] I-1