25390 |
controleren |
aan de haren trekken:
ān dǝ hø̄r trɛkǝ (L211p Leunen),
aan een oor trekken:
aan een oor trekken (Q121p Kerkrade),
aan het varken trekken:
aan het varken trekken (Q071p Diepenbeek),
aanvoelen:
(is ''n kwestie van) aanvoelen (Q039p Hoensbroek),
afhalen:
ǭfywlǝ (Q078p Wellen),
controleren:
kǫntrǝlē.rǝ (Q240p Lauw, ...
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
kǫntrǝlęǝrǝ (P184p Groot-Gelmen),
der eens over scharren:
dǝr ǝs ovǝr sxāǝrǝ (K278p Lommel),
deropkratsen:
dǝropkrętsǝ (P176p Sint-Truiden),
haar plukken:
hǭr plø̜kǝ (L270p Tegelen),
haarpluk:
hǭrpløk (L290p Panningen),
haren uittrekken:
hǭrǝ ūttrɛkǝ (L426p Buchten),
het vel aftasten:
tfɛl aftastǝ (P117p Nieuwerkerken),
in de flanken voelen:
en dǝ flankǝ vōlǝ (Q203p Gulpen),
kijken komen:
kīkǝ kőwmǝ (P195p Gutschoven, ...
Q078p Wellen),
kijken of de haren losgaan:
kikǝ of dǝ hǭrǝ los gønt (Q121p Kerkrade),
kijken of het goed gebroeid heeft:
kīkǝ ǫf ǝt xōt xǝbrø̄jt hē̜t (L269b Boekend),
kijken of ie gaat:
kīkǝ of ī gę (L265p Meijel),
komen kijken:
kőwmǝ kīkǝ (P187p Berlingen),
kontroleren:
kǫntrǫlɛjrǝ (P050p Herk-de-Stad),
krabben:
krabǝ (P108p Grazen),
krabǝn (Q011a Kotem, ...
L312p Neerpelt),
loeren:
lū.rǝ (Q180p Mal),
met de hand over de huid strijken:
(en constateerde aldus of de haren voldoende waren losgeweekt)
men streek met de hand over de huid (L270p Tegelen),
met de handen proberen de haren uit tre trekken:
met dǝ hānt probīrǝ dǝ hø̜̄r yt tǝ trękǝ (L163p Ottersum),
nagaan:
nuǝgǫn (P187p Berlingen),
nakijken:
nǭkīkǝ (Q081a Heesveld-Eik),
plukken:
plø̜kǝ (Q033p Oirsbeek, ...
L318b Tungelroy),
proberen:
prǝbērǝ (L321p Neeritter),
pǝrbɛ̄rǝ (L362p Opitter),
proberen de haren uit te trekken:
probērǝ dǝ hǭrǝ ut tǝ trękǝ (Q202p Eys),
proberen of dat ie goed is:
prǝmbęjǝrǝ ovdat i guwt ęs (K278p Lommel),
proberen of er het vel afgaat:
pǝrbērǝ of tǝr ǝt vel āfgęjt (L291p Helden),
proberen of het (hij) gaat:
prǝbīrǝ of ǝt gęjt (Q187a Heugem),
prǫbērǝ ǫftǝr gęjt (L432p Susteren),
pǝrbērǝ ǫf ǝt gęjt (L331p Swalmen),
schouwen:
šǫwǝ (Q095p Maastricht),
schrabben:
srabǝ (Q009p Maasmechelen),
sxrabǝn (P211p Waasmont),
uitplukken:
ūtpløkǝ (L292p Heythuysen),
visiteren:
vesuntiǝrǝ (P177p Zepperen),
vezǝtērǝ (P051p Lummen),
voelen:
vȳlǝ (Q162p Tongeren),
vø̄lǝ (Q117a Waubach),
voelen of de haar erafgaat:
vø̄lǝ ǫf dǝ hǭr dǝr āf gęjt (L269p Blerick)
|
[Coe 76; Grof 48]Men controleert of de haren en de huid voldoende geweekt zijn door met de vingers aan een plukje haar te trekken of erover te wrijven. Als de haren zich gemakkelijk laten verwijderen is het varken genoeg gebroeid. [N 28, 24]
II-1, II-3
|