e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de kaarten couperen afheffen: aafheffen (Eksel), aafhuffen (Ophoven), aafhöffe (Swalmen, ... ), afheffe (Meijel), afheffen (Heerlerbaan/Kaumer), afhèffe (Gennep), afhöffe (Meerlo, ... ), afhøͅfə (Venlo), āfheͅfə (As), āfhøͅfə (Maasniel, ... ), áfhöffe (Venray), Ich höf aaf en doe geufs.  aafhöffe (Echt/Gebroek), Ich höf aaf en dów guëfs.  aaf höffe (Baarlo), afheven: aafheeve (Waubach), aafheëve (Bocholtz, ... ), afheive (Ingber), ā:fhɛ̄:və (Gemmenich), āfhēvə (Epen), āfhēəvə (Kerkrade, ... ), afkampen: Diech moos - en zijj moot geve.  aofkampe (Maastricht), Vero. Doe mós sjöddele en ich aafkampe.  aafkampe (Roermond), afkappen: aafkappe (Sittard, ... ), aafköppe (Klimmen), aofkappen (Maastricht), ōͅfkapə (Maastricht), afkippen: āfkøͅpə (Eys), afkrijgen: Krieg dich mer n kaart aaf: neem maar een kaart van het stapeltje.  aafkriege (Swalmen), afnemen: aafnummen (Brunssum), afnēmə (Gennep), āfnømə (Heerlen), Kaarte - (van de sjtok).  aafnumme (Swalmen), afpakken: aafpakke (Doenrade, ... ), afpakke (Eys), afpakken (Hoensbroek), āfpakə (Amstenrade, ... ), n Kaart - (van de sjtok).  aafpakke (Swalmen), afrapen: aafrape (Roermond), āfrāpə (Stein), couperen (<fr.): couperen (Stein), kaepere (Nieuwstadt), koepere (Merkelbeek), koeperen (Maastricht), kupe:rə (Kanne, ... ), kūpērə (Maastricht), Gg. - VD. couperen &lt; Fr.  kupɛ.irə (Gingelom), heffen: heffe (Meijel), heffen (Eigenbilzen, ... ), heͅfə (As), hueffe (Stal), huffe (Kesseleik, ... ), huffen (Montfort), huiffe (Montfort), höffe (Bocholt, ... ), höffen (Heusden, ... ), hø͂ͅfə (Posterholt, ... ), høͅfə (Blerick, ... ), hùffe (Zolder), kaarte höffe (Boorsem), De gever moet laten heffen.  (h)èfə (Niel-bij-St.-Truiden), I, II, III. Z.o. óndërstêkë, sjoeffëlë.  hùffë (Tongeren), Rijnl. abheben 1, d.  (h)èffe (Hasselt), höffe (Zonhoven), Sub kaart.  de kaart höffe (Meerlo, ... ), Wie moet heffen?  øͅfə (Meeswijk), heften: eͅftə (Sint-Truiden), èfte (Sint-Truiden), heven: heive (Ingber), kappen: kappe (Gronsveld), kappen (Schinnen, ... ), kapə (Roermond), kippen: kuppe (Itteren), köppe (Nuth/Aalbeek), køͅpə (Guttecoven, ... ), uittrekken: óó.ëttrèkke (Zonhoven) (Bij kaarten) afheffen, couperen. || (Kaarttermen): Een aantal kaarten van de stapel nemen voordat ze gedeeld worden. || 1. Afnemen, afpakken. || 1. Heffen (kaartterm). || 2. Bij t kaartspel de gemengde kaarten afnemen. || 3. Bij het kaartspel: vòòr men begint te delen, moet degene die op de voorhand zit, de stok kaarten heffen. || 3. Een deel van de speelkaarten afnemen voordat de tegenpartij guft (de kaarten deelt). || [Sport en spel volwassenen]: Kaarten afnemen. || Aafhääve: 2. (Kartensp.) Abheben, den Kartenhauf in zwei teilen u. den oberen Teil nach unten legen. || Aafkampe*: couperen (kaartspel). || Afheffen bij het kaartspel (fr. couper). || Afnemen bij kaartspel. || Afnemen, afhandig maken. || Afpakken, afnemen, afhandigmaken. || Afpakken: 2. (Bij kaarten) afpakken = het bovenste deel van een pak kaarten afnemen en opzijleggen. || Afrapen: 1. kaarten van de stok nemen. || Aftillen. Bij het kaartspel: t bovenste gedeelte wisselen met het onderste gedeelte van de stapel. || Aftillen; afnemen van stapel kaarten. || Bij kaartspel. || Bij kaartspel: een kaart of kaarten van de stok nemen. || Couper: (bij t kaarten) zich door een troef van de tot nog toe aan de tegenstrever toebehorende slag meester maken, wanneer men het soort van de uitgespeelde kaart niet heeft. || Couper: de kaarten afnemen. || Couperen bij het kaartspel. || Couperen van speelkaarten. || Couperen, afnemen (in het kaartspel). || Couperen. || De kaart afnemen. || Een aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart in ieder geval onbekend is [couperen, heffen, afheffen, afkappen]. [N 88 (1982)] || Een aantal speelkaarten van de stok afnemen en aan de onderkant bijsteken. || Heffen bij kaarten. || Heffen. [ZND m] || Heffen: (Kaartspel) Afheffen. || Heffen: 2. (Kaartspel) een deel van de hoop opnemen en ondersteken. || Heffen: 2. Afnemen (van de kaarten). || Heffen: aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart onbekend is. || Heffen: hoopje speelkaarten afnemen. || Kaarten ondersteken, mengen. || Kaartterm, na het wassen van de kaart kon men het bovenste gedeelte onderop leggen. || Kaarttermen: Snijden. || Uittrekken: *2. Uitdr. in het kaartsp.: Kaarten afheffen uit het middelste deel van het spel. III-3-2