22389 |
de kaarten couperen |
afheffen:
aafheffen (L353p Eksel),
aafhuffen (L371p Ophoven),
aafhöffe (L331p Swalmen, ...
L271p Venlo),
afheffe (L265p Meijel),
afheffen (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
afhèffe (L164p Gennep),
afhöffe (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
afhøͅfə (L271p Venlo),
āfheͅfə (L417p As),
āfhøͅfə (L332p Maasniel, ...
L329p Roermond,
L271p Venlo),
áfhöffe (L210p Venray),
Ich höf aaf en doe geufs.
aafhöffe (L381p Echt/Gebroek),
Ich höf aaf en dów guëfs.
aaf höffe (L295p Baarlo),
afheven:
aafheeve (Q117a Waubach),
aafheëve (Q211p Bocholtz, ...
Q116p Simpelveld),
afheive (Q203b Ingber),
ā:fhɛ̄:və (Q251p Gemmenich),
āfhēvə (Q207p Epen),
āfhēəvə (Q121p Kerkrade, ...
Q117p Nieuwenhagen),
afkampen:
Diech moos - en zijj moot geve.
aofkampe (Q095p Maastricht),
Vero. Doe mós sjöddele en ich aafkampe.
aafkampe (L329p Roermond),
afkappen:
aafkappe (Q020p Sittard, ...
Q101p Valkenburg),
aafköppe (Q111p Klimmen),
aofkappen (Q095p Maastricht),
ōͅfkapə (Q095p Maastricht),
afkippen:
āfkøͅpə (Q202p Eys),
afkrijgen:
Krieg dich mer n kaart aaf: neem maar een kaart van het stapeltje.
aafkriege (L331p Swalmen),
afnemen:
aafnummen (Q035p Brunssum),
afnēmə (L164p Gennep),
āfnømə (Q113p Heerlen),
Kaarte - (van de sjtok).
aafnumme (L331p Swalmen),
afpakken:
aafpakke (Q027p Doenrade, ...
Q021p Geleen,
Q118p Schaesberg,
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
afpakke (Q202p Eys),
afpakken (Q039p Hoensbroek),
āfpakə (Q038p Amstenrade, ...
L424p Meeswijk),
n Kaart - (van de sjtok).
aafpakke (L331p Swalmen),
afrapen:
aafrape (L329p Roermond),
āfrāpə (Q015p Stein),
couperen (<fr.):
couperen (Q015p Stein),
kaepere (L433p Nieuwstadt),
koepere (Q034p Merkelbeek),
koeperen (Q095p Maastricht),
kupe:rə (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne),
kūpērə (Q095p Maastricht),
Gg. - VD. couperen < Fr.
kupɛ.irə (P175p Gingelom),
heffen:
heffe (L265p Meijel),
heffen (Q086p Eigenbilzen, ...
L320c Haler,
P219p Jeuk,
K359p Koersel,
K359p Koersel,
K317p Leopoldsburg,
L364p Meeuwen,
L364p Meeuwen,
K357p Paal,
Q001p Zonhoven),
heͅfə (L417p As),
hueffe (K359a Stal),
huffe (L298a Kesseleik, ...
Q098p Schimmert,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
L386p Vlodrop),
huffen (L382p Montfort),
huiffe (L382p Montfort),
höffe (L317p Bocholt, ...
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek,
L316p Kaulille,
L265p Meijel),
höffen (K360p Heusden, ...
Q013p Uikhoven),
hø͂ͅfə (L387p Posterholt, ...
L331p Swalmen),
høͅfə (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L428p Born,
L360p Bree,
L381p Echt/Gebroek,
L320a Ell,
L328p Heel,
L330p Herten (bij Roermond),
L329a Kapel-in-t-Zand,
L320b Kelpen,
P047p Loksbergen,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L217p Meerlo,
L265p Meijel,
L383p Melick,
L216p Oirlo,
L416p Opglabbeek,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
L245b Tienray,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L210p Venray,
L289p Weert),
hùffe (K361p Zolder),
kaarte höffe (Q011p Boorsem),
De gever moet laten heffen.
(h)èfə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
I, II, III. Z.o. óndërstêkë, sjoeffëlë.
hùffë (Q162p Tongeren),
Rijnl. abheben 1, d.
(h)èffe (Q002p Hasselt),
höffe (Q001p Zonhoven),
Sub kaart.
de kaart höffe (L217p Meerlo, ...
L214p Wanssum),
Wie moet heffen?
øͅfə (L424p Meeswijk),
heften:
eͅftə (P176p Sint-Truiden),
èfte (P176p Sint-Truiden),
heven:
heive (Q203b Ingber),
kappen:
kappe (Q193p Gronsveld),
kappen (Q032p Schinnen, ...
Q014p Urmond),
kapə (L329p Roermond),
kippen:
kuppe (Q096b Itteren),
köppe (Q036p Nuth/Aalbeek),
køͅpə (L429p Guttecoven, ...
Q113p Heerlen,
Q109p Hulsberg,
Q111p Klimmen,
Q196p Mheer,
Q033p Oirsbeek,
Q098p Schimmert,
Q032p Schinnen,
Q197a Terlinden,
L374p Thorn,
Q201p Wijlre),
uittrekken:
óó.ëttrèkke (Q001p Zonhoven)
|
(Bij kaarten) afheffen, couperen. || (Kaarttermen): Een aantal kaarten van de stapel nemen voordat ze gedeeld worden. || 1. Afnemen, afpakken. || 1. Heffen (kaartterm). || 2. Bij t kaartspel de gemengde kaarten afnemen. || 3. Bij het kaartspel: vòòr men begint te delen, moet degene die op de voorhand zit, de stok kaarten heffen. || 3. Een deel van de speelkaarten afnemen voordat de tegenpartij guft (de kaarten deelt). || [Sport en spel volwassenen]: Kaarten afnemen. || Aafhääve: 2. (Kartensp.) Abheben, den Kartenhauf in zwei teilen u. den oberen Teil nach unten legen. || Aafkampe*: couperen (kaartspel). || Afheffen bij het kaartspel (fr. couper). || Afnemen bij kaartspel. || Afnemen, afhandig maken. || Afpakken, afnemen, afhandigmaken. || Afpakken: 2. (Bij kaarten) afpakken = het bovenste deel van een pak kaarten afnemen en opzijleggen. || Afrapen: 1. kaarten van de stok nemen. || Aftillen. Bij het kaartspel: t bovenste gedeelte wisselen met het onderste gedeelte van de stapel. || Aftillen; afnemen van stapel kaarten. || Bij kaartspel. || Bij kaartspel: een kaart of kaarten van de stok nemen. || Couper: (bij t kaarten) zich door een troef van de tot nog toe aan de tegenstrever toebehorende slag meester maken, wanneer men het soort van de uitgespeelde kaart niet heeft. || Couper: de kaarten afnemen. || Couperen bij het kaartspel. || Couperen van speelkaarten. || Couperen, afnemen (in het kaartspel). || Couperen. || De kaart afnemen. || Een aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart in ieder geval onbekend is [couperen, heffen, afheffen, afkappen]. [N 88 (1982)] || Een aantal speelkaarten van de stok afnemen en aan de onderkant bijsteken. || Heffen bij kaarten. || Heffen. [ZND m] || Heffen: (Kaartspel) Afheffen. || Heffen: 2. (Kaartspel) een deel van de hoop opnemen en ondersteken. || Heffen: 2. Afnemen (van de kaarten). || Heffen: aantal kaarten van de stapel afnemen voordat ze gedeeld worden, zodat de nieuwe bovenste kaart onbekend is. || Heffen: hoopje speelkaarten afnemen. || Kaarten ondersteken, mengen. || Kaartterm, na het wassen van de kaart kon men het bovenste gedeelte onderop leggen. || Kaarttermen: Snijden. || Uittrekken: *2. Uitdr. in het kaartsp.: Kaarten afheffen uit het middelste deel van het spel.
III-3-2
|