e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
deegbollen hun broodvorm geven afdouwen: afdǫwǝ (Koersel), bot maken: bǫt mǭkǝ (Munsterbilzen), brood maken: brūt mākǝ (Cadier, ... ), dobbel vouwen: dobǝl vawǝ (Rothem), invouwen: envawǝ (Maastricht), inwerken: enwęrǝkǝ (Maastricht), lang maken: laŋk mākǝ (Heythuysen, ... ), laŋk māxǝ (Kerkrade), laŋmǭkǝ (Amstenrade), lānk mākǝn (Maastricht), lang opmaken: laŋk opmāxǝ (Bleijerheide), neerdouwen: niǝrdǭwǝ (Bilzen), ontrollen: ontrolǝ (Ulestraten), opbollen: ǫpbǫlǝ (Stokrooie), opdraaien: opdri-jǝ (Amstenrade), opdręjǝ (Rothem), opdrīǝnǝ (Wittem), opdrɛjǝ (Beek), opdrɛ̄jǝ (Genk), opmaken: (het brood wordt) opjǝmaxt (Kaalheide), opmaken (Blerick, ... ), opmā.kǝ (Panningen), opmākǝ (Cadier, ... ), opmākǝn (Arcen), opmāxǝ (Kerkrade), opmǭkǝ (Genk, ... ), opmǭkǝn (Oost-Maarland), opmǭǝkǝ (Eijsden), ǫpmákǝ (Stokrooie), ǫpmǭǝkǝ (Bilzen), opwerken: opwerken (Bevingen), opwerkǝ (Sint-Truiden), opwørkǝ (Beverst), opwē̜rkǝ (Heugem), opwęrkǝ (Tegelen), opwęrǝkǝ (Maastricht), opwęǝrkǝ (Gronsveld), opwɛrǝkǝ (Melveren), opwɛ̄rkǝ (Neerpelt), ǫpwørkǝ (Bocholt), ǫpwęrkǝ (Munsterbilzen, ... ), ǫpwęrkǝn (Munsterbilzen), ǫpwęrǝkǝ (Hasselt, ... ), opzetten: opzętǝ (Eys, ... ), opzɛtǝ (Brunssum, ... ), platdouwen: platdējǝvǝ (Kwaadmechelen), platdǭwǝ (Mal), platdrukken: platdrø̜kǝ (Ulestraten), plathouwen: platowǝn (Lommel), platslaan: platšluǝ (Gulpen), rond maken: ront mākǝ (Maaseik), roŋk mākǝ (Waubach), roŋk māxǝ (Kerkrade), rond opmaken: roŋk opmāxǝ (Bleijerheide), toevouwen: tuvǫwǝ (Sittard), tūvǭwǝ (Bocholt), tǫwvawǝ (Rekem), vormen: (het deeg wordt) gǝvǫrmt (Schinveld), vormǝ (Helden) Als de bollen voldoende gerezen zijn, gaat men ze vormen tot het gewenste model. Dit houdt in dat men van de bol een deegstrook van een bepaalde lengte maakt (Schoep blz. 100). Vervolgens vouwt men de beide uiteinden van de strook naar elkaar toe. Dan vormt men een deegplak die een trapeziumvorm heeft, d.w.z. de bovenste horizontale zijde is korter dan de onderste. Tenslotte rolt men met de palm van de hand het brood in de gewenste vorm. [N 29, 36; N 29, 30b; monogr.] II-1