29739 |
droogschuur |
drooghok:
drȳxhok (L266p Sevenum),
droogschop:
drȳxsxop (L266p Sevenum),
drȳǝxšǫp (Q121b Spekholzerheide),
droogschuur:
dryjǝxsxȳr (K353p Tessenderlo),
drø̄ǝxsxȳr (L286p Hamont),
loodse:
lōtsǝ (L322a Nunhem),
schop:
šǫp (Q020p Sittard)
|
Langwerpige en geheel gesloten overkapping met veel grotere afmetingen dan de haaghuizen waarin werd gehaagd of de gedroogde stenen dicht tegen elkaar werden opgeslagen als wintervoorraad voor de steenoven. [monogr.] || Overdekte ruimte waar klompen op natuurlijke manier gedroogd worden. Het drogen gebeurt bij de meeste klompenmakers voordat de klompen hun uiteindelijke afwerking krijgen. [N 97, 6]
II-12, II-8
|