33893 |
een naar boven schelend oog |
(een) schele:
(een) schele (L424p Meeswijk),
sxēlǝ (Q002c Bokrijk),
sxēǝlǝ (P175p Gingelom),
sxē̜lǝ (L266p Sevenum, ...
L271p Venlo),
šē̜lǝ (Q003p Genk, ...
L321p Neeritter,
Q162p Tongeren),
glasoog:
glāsu̯x (L331p Swalmen
[(de kleur van de iris is grijs tot wit)]
),
glazen oog:
glāzǝn ǫu̯x (Q101p Valkenburg),
glazeren oog:
glāzǝrǝ ǫu̯x (L425p Grevenbicht / Papenhoven),
loenser:
lunsǝr (L192p Bergen
[(paard dat naar boven loenst of loert)]
, ...
K353p Tessenderlo),
loerzak:
lūrzak (L268p Velden),
scheef oog:
šęi̯f ǫu̯x (L292a Maxet),
scheel:
skiǝl (P222p Opheers),
sxeǝl (P050p Herk-de-Stad),
sxē̜l (L210p Venray),
šēl (Q095p Maastricht),
scheeloog:
šɛ̄lǫu̯x (Q098p Schimmert),
vlekoog:
vlɛkuǝx (L282p Achel
[(vlek op het rechter oog)]
),
witoog:
wetuǝx (L312p Neerpelt
[(met een witte vlek)]
)
|
[N 8, 90v]
I-9
|